Topografie van de Duitse terreur

Amsterdam zit vol met plekken met een beladen oorlogsverleden. Vrijwel alle gebouwen die een belangrijke rol speelde bij de Duitse bezetting staan er nog. Een wandeling langs de 6 belangrijkste plekken uit de Tweede Wereldoorlog.

1. Museumplein: hart van het Duitse onderdrukkingsapparaat

De villa’s Museumplein 19, 17, 15 en 13. Centrum van de Duitse leiding in de stad.

Het Museumplein is in de oorlog het hart van het Duitse onderdrukkingsapparaat. De hoogste Duitser in Amsterdam is Hans Böhmcker. Hij houdt kantoor in de villa Museumplein 19, tegenwoordig het Amerikaanse Consulaat. In de panden ernaast op de nrs 13, 15 en 17 zit de leiding van het Duitse leger en politie. Zij sturen vervolgens het Amsterdamse ambtenaren- en politieapparaat aan. Op 18 mei 1942 brengt SS-leider Heinrich Himmler een bezoek aan Nederland. Dat bezoek speelt zich onder meer af bij deze gebouwen aan het Museumplein.

Op 18 mei 1942 bezoekt de Reichsführer der SS Heinrich Himmler Nederland. Himmler is de baas van de gevreesde SS en het brein achter de moord op de Europese Joden. Zijn SS-manschappen plegen vele oorlogsmisdaden en voeren massa-executies op weerloze mannen, vrouwen en kinderen uit. Soms is Himmler daar persoonlijk bij aanwezig. Niet altijd tot zijn genoegen: bij een massa-executie in Minsk valt hij bijna flauw. Van het bijwonen van een vergassing in Sobibor doet hij echter monter verslag in zijn dagboek. Op het Museumplein spreekt Himmler staande in een auto zowel Duitse als Nederlandse politiemensen toe. Op de achtergrond rechts de gebouwen Museumplein no 13, 15 en 17 waar de leiding van politie en leger gevestigd zijn.
Dezelfde plek anno 2020. Op de plek waar ooit de organisator van de holocaust een toespraak hield bevindt zich tegenwoordig het monument ter nagedachtenis van de vrouwen van concentratiekamp Ravensbrück.

2. Amstelhotel: logeerplek Duitse legertop

Het Amstelhotel is ook tijdens de oorlog gewoon in bedrijf als hotel. Maar heeft dan hele andere gasten dan tegenwoordig: ongeveer 60 procent van de kamers wordt door Duitse officieren bezet. En ze betalen gewoon hun hotelrekening. Ook is er een speciale kantine voor de Duitse soldaten. Bij zijn bezoek aan Amsterdam luncht SS-leider Himmler hier.

Heinrich Himmler betreedt het Amstel Hotel, 18 mei 1942.

3. Gerrit van der Veencollege: martelcentrum van de SD

Het gebouw van het huidige Gerrit van der Veencollege is in de oorlog de meest gevreesde plek van Amsterdam. Hier zetelt de Sicherheitsdienst (SD) die zich bezig houdt met het oppakken van een ieder die zich verzet tegen de Duitse autoriteit. Dat kunnen medewerkers van het illegale Parool zijn, maar ook opgepakte Joden komen hier terecht: dit is de plek waar Anne Frank met haar medebewoners van het Achterhuis naartoe gebracht wordt voordat ze naar Westerbork worden vervoerd.

De beulen voor hun werkplek. Nummer 7 is Willy Lages, daarnaast met nummer 6 de beruchte Ferdinand aus der Fünten, verantwoordelijk voor het oppakken en naar concentratiekampen afvoeren van Amsterdamse Joden. De SD bestaat maar voor een klein gedeelte uit Duitsers, het merendeel is Nederlands. Er zijn in Amsterdam gedurende de bezetting rond de 9000 Duitsers. Veel van het vuile werk wordt door Hollandse sympathisanten gedaan.

In de kelders van het gebouw bevinden zich de cellen, daar worden de gevangenen vastgehouden en mishandeld. Soms met de dood tot gevolg. De vader van journalist Ivo Weyel schrijft in zijn dagboek over een jongetje van twaalf dat op straat een Duitser heeft uitgescholden en daarom mee moet naar de Euterpestaat zoals de Gerrit van der Veenstraat dan nog heet. Zijn ouders komen daar ook naartoe en krijgen te horen dat de jongen er met een kleine afstraffing vanaf komt. De jongen wordt even apart genomen en keert met bebloed hoofd terug. De ouders nemen hem wankel mee naar huis waar hij ‘s avonds sterft, zijn schedel is ingeslagen.

De kelder van het Gerrit van der Veen College, hier zaten de cellen. Honderden mensen hebben hier onder erbarmelijke omstandigheden vastgezeten. Er is echter na een grondige verbouwing niks meer van te zien.

Bizarre speling van het lot: De huidige rector van het Gerrit van der Veen College is kleinzoon van een verzetsman die hier gevangen zat. Hij heeft dezelfde werkkamer die SD-baas Willy Lages ooit had.

4. Ignatius Gymnasium: hoofdkantoor voor Jodenvervolging

De Christelijke HBS aan het Adama van Scheltemaplein in 1932. Rechts de Memlingstraat gezien in de richting van de Apollolaan. In 1940 wordt dit gebouw door de Duitsers gevorderd om er een opvangplek voor Joden van te maken.

Tegenover het hoofdkwartier van de SD bevindt zich in het gebouw van de voormalige hbs, de zogenaamde ‘Zentrallstelle fur Jüdische Auswanderung’. Dit is het bureau dat de deportatie van de Amsterdamse Joden organiseert. Zo’n 50 man is hier werkzaam, zij zijn ook degenen die het zogenaamde kopgeld uitbetalen voor het verraden van onderduikers: elke Amsterdammer kan ƒ 7,50 verdienen door Joodse stadgenoten aan te geven. Deze verrade mannen, vrouwen en kinderen worden in het gymnastieklokaal opgesloten. De overige lokalen van deze school worden gebruikt als verhoorruimte. De SD-er Ferdinand aus der Fünten is de drijvende kracht achter de organisatie. Het gebouw is kantoor en gevangenis ineen. Het is er een enorme chaos. Kinderen en baby’s zijn onrustig en huilen de hele nacht door. De binnenplaats is vaak vol met wanhopige mensen die dagenlang moeten wachten op wat komen gaat. Zo’n 18.000 mensen zijn via deze plek afgevoerd naar concentratiekampen.

Het gebouw van de Christelijke HBS heeft de oorlog niet overleefd. In 1944 wordt het gebouw door de Britten gebombardeerd en verwoest. Tegenwoordig bevindt zich hier het Ignatius Gymnasium.

5. ‘Weteringschans’: beruchtste gevangenis

De ingang van het Huis van Bewaring bekend als “Weteringschans’ aan het Kleine Gartmanplantsoen op 8 mei 1945 tijdens de vrijlating van politieke gevangenen.

Waar tegenwoordig toeristen op terrasjes van een drankje genieten en goklustige bezoekers het Holland Casino betreden, bevindt zich in de tweede wereldoorlog de binnenplaats van de beruchtste Amsterdamse gevangenis: Huis van Bewaring 1. Na verhoord te zijn in het SD-hoofdkwartier aan de Gerrit van der Veenstraat is dit de plek waar Anne Frank naartoe wordt gebracht. Veel verzetsmensen zitten hier gevangen, onder meer Gerrit van der Veen, de latere naamgever van de straat en school. Gerrit Van der Veen onderneemt op 2 mei 1944 een overval op deze gevangenis om gevangen verzetsmensen te bevrijden. De overval mislukt, Van der Veen wordt neergeschoten maar weet te ontkomen. Twee weken later wordt hij alsnog opgepakt. Op 10 juni 1944 wordt hij in de duinen van Overveen door de Duitsers gefusilleerd.

De voormalige binnenplaats van het huis van bewaring ‘Weteringschans’.

6. Nieuwe Keizersgracht 58: de Joodse Raad

Kantoor van de Joodse Raad aan de Keizersgracht 58. Hier speelden zich wanhopige taferelen af van mensen die aan deportatie probeerden te ontkomen.

Het Duizendjarige Duitse Rijk (1933-1945) had twee doelen. Het eerste was het veroveren van Lebensraum – levensruimte. Het tweede doel was het vermoorden van álle Joden in hun gebied. Daarvoor maakten de nazi’s gebruik van ‘Joodse Raden’, een vertegenwoordiging van Joden die enerzijds de Joden vertegenwoordigden en anderzijds de bevelen van de nazi’s aan de Joden doorgaven.

De Joodse Raad bestuurde feitelijk de Joodse gemeenschap namens de bezetter. De instantie gaf ‘Het Joodsche Weekblad’ uit met de mededelingen en verordeningen van de bezetter aan de Joodse gemeenschap. Uiteraard werden de lezers in slaap gesust over de werkelijke bedoelingen van de bezetter maar wel stap voor stap geïnstrueerd zich voor te bereiden op de deportatie, waarop meestal de moord volgde.

Ook had de raad de bevoegdheid een ‘Sperre’ af te geven. Een Sperre gaf tijdelijke vrijstelling van deportatie. Er waren vele redenen om voor een Sperre in aanmerking te komen: onmisbaar zijn in de oorlogsindustrie, werkzaam bij de Joodse Raad, in het bezit zijn van een paspoort van een ‘bevriende’ staat. Bij de Joodse Raad speelden zich wanhopige taferelen af van mensen die aan deportatie probeerden te ontkomen. En werknemers van de raad ware dus zelf vrijgesteld van deportatie, zodat daar veel schijnbaantjes waren, waar mensen deden alsof ze werkten. Uiteindelijk zat iedereen naïef in de enorme val die de nazi’s gezet hadden.

In Amsterdam zat de Joodse Raad aan de Nieuwe Keizersgracht 58. De voorzitters waren Abraham Asscher en David Cohen. Personeelsleden en hun gezinnen waren voorlopig vrijgesteld van deportatie. Op het hoogtepunt werkten er 1091 mensen bij de Joodse Raad. De Raad werd ingesteld in december 1941 en opgeheven na de razzia van 29 september 1943. Ook de voorzitters en hun gezinnen werden uiteindelijk gedeporteerd. Zowel Asscher als Cohen overleefden de oorlog. Zij werden nadien hevig bekritiseerd vanwege hun rol bij de Joodse Raad.

Wanhopige taferelen bij de Joodse Raad aan de Nieuwe Keizersgracht 58.

Auteur: Frank van Vuuren

Communicatiemedewerker Gemeente Amsterdam

Eén gedachte over “Topografie van de Duitse terreur”

Laat een reactie achter bij wybe roodReactie annuleren

Ontdek meer van Over Amsterdam

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder