
Op de plek van de huidige Kalvertoren aan de Heiligeweg stond eeuwenlang de eerste moderne gevangenis, het Rasphuis. Hier werden van 1589 tot 1815 mannelijke criminelen gevangen gezet en ‘heropgevoed’. En van 1896 tot 1988 bevond zich hier het eerste overdekte zwembad van Amsterdam, het Heiligewegbad.
Eeuwenlang was het Amsterdamse strafrecht enkel gebaseerd op het straffen van de misdadiger. Eind 16e eeuw kwam hier verandering in. Het toenmalige stadsbestuur kwam op het idee gevangenen niet alleen te straffen, maar ook te ‘heropvoeden’ zodat zij na het uitzitten van hun straf als verse modelburgers de maatschappij weer inkonden. Het idee was revolutionair en vindt tot op de dag van vandaag zijn weerslag in ons moderne strafrecht. Om dit nieuwe idee uit te voeren werd een oud klooster aan de Heiligeweg bij de Kalverstraat omgebouwd tot tuchthuis. Hier werden vanaf 1595 bedelaars, dieven en oplichters opgesloten en ‘heropgevoed’.

Gevangenis als verdienmodel
Als eerste werd het rapaille in het Rasphuis flink aan het werk gezet. De gevangenen moesten de hele dag door Braziliaans hout raspen tot poeder, dat voor veel geld werd verkocht aan de verfindustrie om textielverf van te maken. Extra handige bijkomstigheid was dat nogal wat lammen en blinden door de gedwongen werkzaamheden door de mand vielen en prima te bleken kunnen zien en lopen. Van heropvoeden kwam niet veel terecht, van geld verdienen aan het werk van gevangenen des te meer. Ook in dat opzicht -gevangenis als verdienmodel- was het Rasphuis zijn tijd ver vooruit.

Pompen of verzuipen
Het Rasphuis was een bijzonder naargeestige plek. Gevangenen zaten met velen in één cel, het regime was hard. Het eten bestond uit typisch Hollands armenvoer als pap met erwten, en dat dan elke dag. In 1603 kreeg het Rasphuis ook een particuliere tuchtschool. Ouders die hun onhandelbare puberkinderen zat waren konden deze daar tegen betaling afleveren en na een jaar weer ophalen. Er werd in het Rasphuis niet zuinig gedaan met lijfstraffen, en het verhaal deed de ronde dat de cellen in de kelder onder water gezet konden worden waarbij de gevangene een handpomp kreeg om zichzelf te redden. Pompen of verzuipen dus. De kans is groot dat dit oude gezegde in het Rasphuis zijn herkomst heeft. En dat menig arme drommel hier vechtend tegen het water verdronken is.

De 17e-eeuwse Amsterdammer was nogal van het stellen van voorbeelden -terechtstellingen vonden plaats in het openbaar op de Dam, de lijken werden tentoongesteld op het galgenveld in Noord- en dus kon ook het Rasphuis bezocht worden en de zwoegende gevangenen bekeken. Van het begrip privacy had nog niemand gehoord. Net als naar het galgenveld namen ouders hun kinderen mee voor een dagje Rasphuis opdat hun kroost doordrongen raakte van het belang van een deugdzaam leven.


Eerste overdekte zwembad
Eind 19e eeuw raakte het eeuwenoude gebouw in verval, geraspt werd er toen al lang niet meer. Je zou de link niet snel leggen, maar toch kwam men op het idee om op de plek van het oude Rasphuis een zwembad neer te zetten. Onduidelijk is of de bedenkers geinspireerd waren door het verhaal over pompende of verzuipende gevangenen. In 1896 werd hier het Zwembad Heiligeweg geopend, het eerste overdekte zwembad van Amsterdam. Het zwemwater bevatte nog geen chloor en de zwemmers hadden nog geen fatsoenlijke wasgelegenheid thuis, het is dus gissen naar hoe hygiënisch en fris ruikend deze eerste zwembaden waren.

Erg druk was het er trouwens niet: de meeste Amsterdammers konden niet zwemmen en het halen van een zwemdiploma was alleen weggelegd voor de meer vermogenden. Pas na 1945 werd het verplichte schoolzwemmen ingevoerd en waren alle rangen en standen te vinden in de Amsterdamse zwembaden. De ironie wil dus dat bijna 100 jaar na de watermartelingen van het Rasphuis velen op deze plek wederom in blinde paniek vochten tegen water.

Kalvertoren
Het Heiligewegbad deed bijna honderd jaar dienst, generaties Amsterdammers haalden hier hun zwemdiploma. In 1988 sloot het en in 1991 werd het gebouw afgebroken. Pas in 1997 kreeg de plek een nieuwe bestemming: het werd winkelcentrum de Kalvertoren -vanaf 2014 hernoemd naar Kalverpassage. Het enige overblijfsel van het verleden is de toegangspoort naar het Rasphuis. Waar eeuwenlang ongelukkigen een tijd van geseling en ontberingen tegemoet liepen, gaan tegenwoordig koopgrage consumenten hun onzekere lot tegemoet.

Gewldige geschiedenis. Ik heb er leren Zwemmen in de jaren ’60