
Het is 20 december 1984, half 10 ‘s ochtends. Zonder politiebegeleiding en slechts vergezeld door 2 stadhuismedewerkers begeeft burgemeester Van Thijn zich naar de Van Hallstraat. Op werkbezoek in de buurt. Een groepje journalisten en een paar cameraploegen in zijn kielzog. Het is koud, guur weer. Zodra hij de Joan Melchior Kemperstraat inloopt, stormt plotseling een groep van 200 krakers op hem af.
‘Van Thijn rot op!’, wordt er geroepen. Er wordt geduwd, getrokken en Van Thijn wordt bespuugd. Op televisiebeelden is te zien hoe dikke klodders in zijn haar hangen. Een Duitse kraker schreeuwt ‘Raus!’, recht in het gezicht van de Joodse Van Thijn die in de Tweede Wereldoorlog als kind ondergedoken zat.
Item over het bezoek van burgemeester Van Thijn aan de Staatsliedenbuurt uit het 20.00 uur journaal van 20 december 1984.
Begin van het einde
Van Thijn vlucht richting Haarlemmerweg en vindt een goed heenkomen in de portiersloge van de Westergasfabriek. Uiteindelijk wordt de burgemeester daar ontzet. De beelden zijn ‘s avonds te zien in het NOS Journaal van 20.00 uur en wekken beroering in het hele land. Het is het begin van het einde van het kraakbolwerk dat de Staatsliedenbuurt dan al jaren is. En een begin van de buurt zoals we die nu kennen.

Warzone
In de tijd van Van Thijns bezoek is de Staatsliedenbuurt een verpauperde buurt. Begin jaren ’70 is voortvarend begonnen met renovatie, maar daar is vrij snel de klad in gekomen. In 1974 is als één van de eerste stappen een oude vervallen fabriek aan de Van Limburg Stirumstraat gesloopt. Daarvoor in de plaats kwam in 1978 een spiksplinternieuw verzorgingstehuis, De Koperen Knoop. De oudjes die hier komen te wonen, zullen een andere voorstelling bij hun oude dag hebben gehad, want de Staatsliedenbuurt verandert al snel in een warzone zoals we ons die nu niet meer in Amsterdam voor kunnen stellen. Veel onbewoonbare huizen zijn door de gemeente dichtgetimmerd, maar vervolgens gekraakt. De meeste oude bewoners en gezinnen zijn verdwenen. Er zijn brandjes, vechtpartijen, en veel drugsoverlast.

Amsterdam is na de kroningsrellen van 1980 en de ontruiming van de Vondelstraat in hetzelfde jaar al een tijdje gewend aan het nieuwe kraakgeweld, maar vanuit de Staatsliedenbuurt wordt dit geweld naar een ander niveau getild. Zo ontploft er een bom bij de Gemeentelijke Dienst Herhuisvesting in de Van Reigersbergenstraat en wordt Herhuisvestingswethouder Wolffensperger ‘s avonds thuis opgezocht door een grote groep krakers die hem zijn eigen huis uit wil zetten. De politie moet ingrijpen om dit te voorkomen. De kern van de eisen van de kraakbeweging is dat er per direct betaalbare woonruimte voor elke Amsterdammer moet komen.


Eigen wetten en regels
Ten tijde van burgemeester Van Thijns bezoek is de Staatsliedenbuurt een no go area waar zelfs de politie niet meer durft te komen. Het recht van de sterkste geldt hier; dat zijn in dit geval de krakers. Er gelden eigen wetten en regels. De krakers houden er zelfs een compleet eigen woningdistributiesysteem op na. De problemen in de buurt worden vergroot door spanningen tussen krakers en oorspronkelijke buurtbewoners. Bovendien hebben veel criminelen, heroïneverslaafden en dealers in afbraakwoningen in de buurt een onderkomen gezocht.

Hans Kok
Na het desastreus verlopen bezoek van burgemeester Van Thijn besluit de gemeente dat het tijd is om definitief orde op zaken te stellen in de Staatsliedenbuurt. Die nieuwe aanpak gaat flink mis op 24 oktober 1985. Op die dag wordt het pand Schaepmanstraat 59-1 ontruimd, en dat gaat er niet zachtzinnig aan toe. De politie lost zelfs schoten en er vallen vele gewonden. Ruim 30 krakers worden gearresteerd, waaronder de 23-jarige drugsverslaafde Hans Kok. Die zal zijn arrestatie niet overleven: hij wordt de volgende dag dood in zijn cel aangetroffen. De krakers beschuldigen de politie van moord en er breken ‘s avonds rellen uit in de hele stad. Met molotovcocktails worden branden gesticht en krakers gaan de confrontatie aan met de politie. In de nacht van 29 oktober vindt de begrafenis van Hans Kok in het geheim plaats, bang als men is voor ongeregeldheden. De stad staat op scherp. Niet veel later staat na verschillende onderzoeken vast dat medicijnen, drank en een longontsteking tot de dood van Hans Kok hebben geleid. Maar dat maakt dan niet meer uit, de oorlog begint nu pas echt goed.

Bomaanslag op de burgemeester
Twee weken na de dood van Hans Kok komt er in de nacht van 6 op 7 november een telefoontje binnen bij de politie: er zou een bom liggen in de leegstaande woning naast de ambtswoning van de burgemeester, Herengracht 502. De politie neemt de bommelding serieus en wekt burgemeester Van Thijn, die thuis ligt te slapen. Van Thijn wordt zo snel mogelijk in veiligheid gebracht en de politie breekt het naastgelegen pand open. Daar vindt de Explosieven Opruimingsdienst 2 zware brandbommen in een ruimte die grenst aan de slaapkamer van de burgemeester. De bommen zitten een meter van zijn hoofdkussen en zouden een half uur later af zijn gegaan. Volgens de Explosieven Opruimingsdienst waren ze zwaar genoeg om de complete voorgevel weg te blazen. De daders worden nooit gevonden en de verijdelde aanslag wordt jarenlang stilgehouden. Pas als Van Thijns memoires in 2003 verschijnen, vertelt hij er zelf voor het eerst over.

Gewelddadige acties
Naast de hardere aanpak met betrekking tot ontruimingen, koopt de gemeente ook hele huizenblokken op van particuliere huisjesmelkers. Inclusief de krakers die erin wonen. Die mogen blijven zitten tegen minimale huur. Maar daarmee zijn de problemen niet verholpen, want inmiddels zijn uit de kraakbeweging groepen voortgekomen die zich bezighouden met hele andere zaken dan kraken. Zoals acties tegen bedrijven die zakendoen in Zuid-Afrika, het bezoek van de paus en de mogelijke Olympische Spelen in Amsterdam. Er zijn brandstichtingen, bomaanslagen en vernielingen. Er worden inbraken gepleegd bij politiebureaus en in het stadhuis en er wordt zelfs afluisterapparatuur geplaatst bij een Amsterdamse ambtenaar. Maar buiten deze extremere acties om, keert het geweld van de kraakbeweging zich nu vooral naar binnen toe.
Theo en Jack
De leiding van de Amsterdamse kraakbeweging wordt gevormd door het duo Theo en Jack. De 36-jarige Theo is een boomlange, charismatische regelaar met een lang verleden in de kraakscene. Hij is een oude hippie, maar dan niet eentje van de softe soort. Hij loopt sinds 1982 rond met een kogel in zijn been: strijdwond opgelopen bij een ontruiming. Jack is een stuk kleiner en 10 jaar jonger, maar minstens zo fanatiek als Theo. Onder hun leiding wordt de kraakbeweging begin jaren ’80 steeds gewelddadiger. Maar Theo en Jack worden uiteindelijk slachtoffer van datzelfde geweld.
In de documentaire ‘De stad was van ons’ uit 1996 wordt verteld hoe ‘generaal’ Theo en zijn ‘luitenant’ Jack een soort Stalinistische zuiveringen doorvoeren, waarbij krakers die verdacht worden van samenwerking met de politie worden verbannen of ontvoerd en mishandeld. Theo en Jack richten de ‘Politieke Vleugel van de Kraakbeweging’ (PVK) op, bestaande uit zo’n 15 man die nietsontziende terreur uitoefenen op ‘verdachte’ krakers in de hele stad. Het komt voor dat krakers zomaar op straat door leden van de PVK in elkaar geslagen worden. Een kraker wordt door Jack gegijzeld en bedreigd met marteling met een stroomstootwapen. De kraakbeweging valt al snel uit elkaar in verschillende groepen die elkaar openlijk keihard bestrijden in de stad. Zo zijn er eind 1988 heftige gevechten bij kraakcafé ‘Eerste Hulp’ in Oost. In de Pijp wordt als tegenactie een gebouw door gehelmde krakers bewapend met knuppels kort en klein geslagen.
Uiteindelijk worden Theo en Jack zelf gezuiverd door hun eigen beweging. Maar dat gaat niet zonder slag of stoot. Als zo’n 100 krakers naar Theo’s huis in de Marnixstraat trekken en daar zijn ramen ingooien, komt Theo het huis uit om de meute te lijf te gaan. Een aantal krakers springt boven op hem, maar Theo schudt ze van zich af en weet vervolgens zelfs de hele groep de straat uit te jagen. Op 2 november 1988 wordt een nieuwe poging gedaan, met meer succes. Vanuit het hele land komen krakers naar de Staatsliedenbuurt die daar het duo Theo en Jack met geweld de buurt uit jagen. Ongeveer zoals dat 4 jaar eerder bij burgemeester Van Thijn gebeurde. Het is het einde van slagveld Staatsliedenbuurt.

Na renovatie.

Dezelfde plek 36 jaar later: een compleet vernieuwd Van Hogendorpplein.

Dezelfde plek nu.

Dezelfde plek nu.
De nieuwe Staatsliedenbuurt
Ondanks het geweld drukt de kraakbeweging ook een positief stempel op de buurt. Het zijn krakers die uiteindelijk veel oude huizen weten te behoeden voor sloop, en er komen oud-krakers in het stadsdeelbestuur terecht. Overblijfselen van de kraakbeweging zijn onder meer Filmhuis Cavia en Gereedschapsuitleen De Blauwe Duim. De Staatsliedenbuurt is nu vrijwel geheel gerenoveerd, maar de alternatieve kraaksfeer hoort onlosmakelijk bij de buurt.