Geheimen van Amsterdams oudste gebouw

De Oude Kerk is het oudste gebouw van Amsterdam. Het gebouw was het middelpunt van het laatmiddeleeuwse stadse leven. Er werd gefeest, getrouwd, gebeden en gerouwd. Het was kerk, buurthuis en overdekte begraafplaats ineen. Behalve een vloer met daaronder 10.000 dode Amsterdammers bevatte de kerk een ultrageheime kamer waar niemand mocht komen en een toren met Amsterdams oudste metselwerk. In die toren werd onlangs een tijdscapsule gevonden.

Eerste vereiste in een dorp of stad is de aanwezigheid van een gebedshuis, zo werd in vroeger tijden gedacht. Het duurde dan ook niet lang voordat in het prille Amsterdam de eerste kerk verscheen. Het was een houten gebouw en stond eind 13e eeuw precies op de plek van de huidige Oude Kerk. Rond 1300 werd dit houten gebouw vervangen door een stenen kerk. Deze kerk was 41 bij 18 meter groot en had een toren van 9×9 en 28 meter hoog. Zowel kerk als toren zijn in de loop der eeuwen flink verbouwd en uitgebreid, waarbij vrijwel al het oorspronkelijk materiaal van die eerste ‘oer’-kerk verloren ging. Behalve op één plek: de binnenzijde van het onderste deel van de kerktoren bestaat nog steeds uit het originele veertiende- eeuwse metselwerk van die allereerste Amsterdamse kerk.

De Oude Kerk middenin het oude centrum van Amsterdam, enigszins verscholen tussen de Warmoesstraat en Oudezijds Voorburgwal.

Impressie van Amsterdam eind 13e eeuw: de eerste Amsterdamse gezinnen woonden in éénvloers houten huizen van 10×3 meter, de houten voorloper van de Oude Kerk is rechtsboven te zien. (Illustratie: Paul Maas)
Originele veertiende-eeuwse stenen van de oorspronkelijke oerkerk uit begin 1300 in het onderste gedeelte van de oudekerkstoren, foto uit 1984. In de loop der eeuwen werd de oudekerkstoren zowel in de lengte als breedte uitgebreid en kreeg het zijn huidige vorm. De buitenkant werd met een nieuwe steenlaag ommanteld maar de binnenkant bleef onaangetast. Daardoor bevindt zich aan de binnenzijde nog steeds de oorspronkelijke veertiende-eeuwse toren.

Oudste dode Amsterdammer

De Oude Kerk is in het van religie doordrenkte laatmiddeleeuwse Amsterdam het middelpunt van het stadsleven. Er wordt gebeden, getrouwd, feest gevierd en begraven. Nog voor de bouw van de Oude Kerk bevond zich op deze plek Amsterdams eerste begraafplaats. Dit werd duidelijk toen tijdens archeologisch onderzoek in 1963 onder de Oude Kerk een zogenaamd boomkistgraf werd ontdekt uit omstreeks 1200. In het graf lag het skelet van een ongeveer 35-jarige man. Het boomkistgraf is het oudste graf dat ooit is gevonden in Amsterdam. Helaas weten we verder niks over de man. Was het iemand die iets bijzonders betekende voor het prille dorpje aan de Amsteloever? Eén van de eerste Amsterdamse boeren of vissers? We weten het niet.

De oudste dode Amsterdammer: schedel uit het in 1963 gevonden graf onder de Oude Kerk. (Foto: F. Gijbels, Instituut voor de Pre- en Protohistorie IPP thans ACASA, UvA )

30 vierkante meter woonoppervlak

Bij latere opgravingen rondom de Oude Kerk werden resten van houten huizen uit de 13e eeuw gevonden, deze gaven inzicht over hoe de buurt er rond 1250 uitgezien moet hebben. De houten huizen waren 10x3x5, wat inhoudt dat de eerste Amsterdamse gezinnen een gemiddeld woonoppervlak van 30 vierkante meter hadden. Ook werd er een gedeelte van een stenen huis gevonden, dat is daarmee het oudste stenen woonhuis van Amsterdam.

De oudst bekende afbeelding van de Oude Kerk op de eerste kaart van Amsterdam van Cornelis Anthonsz uit 1538.
De groentemarkt op het Oudekerksplein, 1778. Tekening van Herman Schouten.

Dezelfde plek tegenwoordig.

Drukste begraafplaats

Behalve kerk en ontmoetingsplek was de Oude Kerk ook een overdekte begraafplaats. Tussen 1300 en 1865 lagen er zo’n 10.000 mensen in de kerk begraven. De kerk bevatte ruim 2000 graven die elk 4, soms 5 kisten diep waren en regelmatig werden geruimd als grafrechten waren verlopen of werden verkocht. Dit gebeurde bijvoorbeeld met de arme schilder Rembrandt van Rijn. Hij kon in 1662 de grafrechten voor zijn overleden vrouw Saskia van Uylenburgh niet meer betalen dus verkocht hij haar graf. Of haar resten toen direct geruimd zijn is niet duidelijk, wel dat haar grafsteen verdween en haar plek vanaf dat moment door andere doden werd gebruikt. Pas in 1953 werd de exacte plek van Saskia’s graf gelokaliseerd en daar een nieuwe zerk met haar naam op gelegd.

Plattegrond uit 1834 met zerkenvloer van de meest compacte begraafplaats van Amsterdam, de Oude Kerk. Onder de ruim 2000 grafzerken lagen de graven 4 tot 5 kisten diep. Dat houdt in dat er zo’n 10.000 Amsterdammers lagen begraven op een oppervlakte ter grootte van een half voetbalveld. Vanaf 1617 werd het verboden te begraven of ruimen op zondag en tijdens de diensten ‘alsoo door het openen van graven, groote stanck komt’.

Al met al moet het in de oude kerk dus eeuwenlang een constante drukte van belang zijn geweest wat betreft begrafenissen en treurende nabestaanden. Daarnaast laat het zich raden welke andere nadelen er kleven aan zoveel doden op zo’n klein oppervlak in een overdekte ruimte. Vanaf 1865 wordt het begraven in de kerk dan ook om hygiënische redenen verboden. Anno 2021 zijn vrijwel alle graven geruimd en de stoffelijke resten in een knekelput achterin de kerk gelegd. Door een glasplaat in de vloer is daar de inhoud van de knekelput te zien: botten, een schedel. Misschien wel van Saskia zelf.

Een gezelschap staat uitgebreid een raam in de Oude Kerk te bewonderen terwijl de doodgraver een graf graaft, tekening van Herman Schouten uit 1786.

IJzeren kapel

De Oude Kerk was eeuwenlang de belangrijkste plek van de stad. Er werden ook de belangrijkste documenten bewaard op een daarvoor speciaal ontworpen plek die omgeven was door geheimzinnigheid: de IJzeren Kapel. Niemand kon en mocht in zijn eentje deze ruimte betreden. De massief ijzeren deur naar deze kapel bevond zich 5 meter boven de grond en was dus alleen met een ladder te bereiken. Daarnaast waren er 4 sleutels nodig om de deur te openen. Achter de deur bevond zich een kleine ruimte met een zogenaamde charterkast, een kistje met lades om documenten te bewaren. In deze charterkast bevond zich onder meer het bekende tolprivilege uit 1275, het eerste officiële document waarin Amsterdam als stad genoemd wordt. Van 1515 tot 1892 was de IJzeren Kapel de kluis van de stad. Het kwam voor dat de ruimte tientallen jaren lang niet werd betreden. In 1892 werd de charterkast verplaatst naar De Waag op de Nieuwmarkt. Het maakte een einde aan de IJzeren Kapel als meest geheime plek van Amsterdam, alhoewel de ruimte tot op de dag van vandaag haar mystiek behouden heeft.

Hoog boven de grond de deur van de ijzeren kapel, geheime kamer van de Oude Kerk.
Binnen in de IJzeren Kapel. De charterkast met documenten stond in de nis links. De middeleeuwse kast staat tegenwoordig tentoongesteld in de schatkamer van het stadsarchief.
500 jaar oude smeedijzeren deur: uitzicht vanuit de IJzeren Kapel.

Tijdscapsule

Bij recente renovatiewerkzaamheden werd in de gouden bol van de oudekerkstoren een tijdscapsule gevonden. Ondanks de ouderdom van de oudekerkstoren bleek de gevonden tijdscapsule toch een beetje een tegenvaller. De capsule bleek niet ouder dan 80 jaar want geplaatst in 1939. De koperen koker bevatte 3 brieven met onderhoudshistorie aan de toren. Ook de huidige restaurateur heeft een brief toegevoegd met een overzicht van recente werkzaamheden aan de toren en de koker weer teruggeplaatst. Valt deze tijdscapsule wellicht wat tegen: de Oude Kerk is met haar graven, mystiek en 7 eeuwen geschiedenis een tijdscapsule op zichzelf.

De tijdscapsule met een nieuw bericht aan toekomstige kerktorenrestaurateurs. (Foto: Koninklijke Woudenberg)

Auteur: Frank van Vuuren

Communicatiemedewerker Gemeente Amsterdam

Geef een reactie

Ontdek meer van Over Amsterdam

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder