Leven in Amsterdam 100 jaar geleden

100 jaar geleden misschien nog wel drukker en onoverzichtelijker dan nu: het Muntplein in 1922 gezien in de richting van het Rokin. Rechtsboven het huidige Allard Pierson Museum, toen het hoofdkantoor van de Nederlandsche Bank.

Hoe zag het leven in Amsterdam er 100 jaar geleden uit? We pakken het jaarverslag van de Dienst Onderzoek en Statistiek uit 1922 erbij. Ter vergelijking houden we er de cijfers van vorig jaar naast. Hoe stond het met klimaat, bevolkingssamenstelling en woningbouw?

Voor ons ligt het Statistisch jaarboek der Gemeente over de jaren 1922/1923. We pakken ook even de Staat van de stad 2020/2021 en het dashboard van Onderzoek en Statistiek erbij. Wat is er veranderd in de afgelopen 100 jaar?

Bijzonder warme meidag in 1922

In tegenstelling tot het jaar ervoor hadden we vorig jaar geen hittegolf en zelfs een paar flink belabberde zomerweken. Hoe was dit in 1922? In het statistisch jaarboek is de gemiddelde temperatuur in Amsterdam nauwkeurig bijgehouden. In 1922 kwam de gemiddelde jaartemperatuur uit op 9,4 graden Celsius. Dat is een stuk kouder dan de 11,1 graden van het jaar daarvoor. Daar staat tegenover dat de 25e mei van 1922 met 31,1 graden een van de warmste meidagen ooit gemeten is. De warmste dag van 2021 was 17 juni met 29,1 graden Celsius. De gemiddelde jaartemperatuur was 10,5 graden.

Amsterdam in 1922. De Rivierenbuurt en Bos en Lommer/de Baarsjes waren nog in aanbouw. Linksonder aan de Amstelveenseweg is een stadion te zien midden in het onbebouwde Zuid. Dit is niet het Olympisch Stadion maar Het Nederlandsch Sportpark, door de Amsterdammers kortweg Het Stadion genoemd. Het stond hier van 1914 tot 1929. Het Stadionplein is naar dit oude stadion vernoemd, niet naar het Olympisch Stadion dat er in 1927/1928 naast verscheen.
Voetbalwedstrijd in het oude stadion midden in het dan nog onbebouwde weiland van Zuid, april 1923. Op de achtergrond aan de horizon zicht op de Pieter Lastmankade met rechts het Amsterdams Lyceum. Het oude stadion bevond zich op de plek van het huidige Stadionplein.
Het oude stadion werd pas in 1929 afgebroken. Tijdens de Olympische Spelen van 1928 waren er dus 2 stadions op deze locatie: bovenin het nieuwe Olympisch Stadion en linksonder het oude Stadion. Bovenaan de Nieuwe Meer, rechts ervan volkstuinpark Ons Buiten, 1928.

Plan West

In 1922 werd begonnen met de bouw van wat wij tegenwoordig kennen als Bos en Lommer en De Baarsjes. Eeuwenlang was dit een terrein van tuinderijen en boerderijen even buiten de stad. Plan West voorzag in de bouw van 6.000 woningen met de Hoofdweg als een van de belangrijkste verkeersaders. Een 14-tal architecten ontwierp in opdracht van de gemeentelijke dienst Publieke Werken een complete woonwijk in Amsterdamse Schoolstijl. Deze afdeling van de gemeente bepaalde in grote mate hoe de stad eruitzag. Niet alleen qua architectuur, maar ook wat betreft objecten in de openbare ruimte, zoals lantaarnpalen, tramhaltes en elektriciteitshuisjes. Van 1907 tot 1926 was Andries Wilhelm Bos directeur van Publieke Werken. Onder zijn leiding kreeg een groot deel van de stad zijn vorm zoals we die ook vandaag nog kennen.

De Hoofdweg in de Baarsjes in aanbouw met zicht op het woonblok, nummers  96 tot en met 106. Rechts de huizen aan de Kostverlorenvaart. Er tussenin bevonden zich nog tuinderijen. 1922.
Dezelfde plek tegenwoordig.

Woning delen met 4 in plaats van 2

In 1922 bestond de stad uit 160.513 woningen. Er zijn dat jaar 6.384 nieuwbouwwoningen bij gekomen, die dus voornamelijk van Plan West kwamen. De stad had toen 692.839 inwoners. Dat houdt in dat elke woning gemiddeld 4,3 bewoners had. In 2021 stonden er in Amsterdam 449.982 woningen en kwamen er rond de 5.000 nieuwbouwwoningen bij. De stad had toen 872.497 inwoners. Dat geeft een gemiddelde van 1,9 bewoners per woning.

Affiche voor de internationale tentoonstelling van haardrachten, interieurs en klederdachten ‘Ithika’, januari en februari 1922 in het Paleis voor Volksvlijt, Frederiksplein 56. Het Paleis voor Volksvlijt was een populaire plek van vermaak die in 1929 afbrandde. Alleen de galerij bleef gespaard. Deze werd later verhuurd als woonruimte; zo woonde schrijver Gerard Reve er in de jaren ’50. Uiteindelijk werden ook deze laatste overblijfselen gesloopt om eind jaren ’60 plaats te maken voor de Nederlandsche Bank.
Restant van het Paleis voor Volksvlijt aan het Frederiksplein: de galerij in 1957.

Vrouwenstad

Amsterdam is een vrouwenstad. In 1922 woonden er 25.470 meer vrouwen dan mannen. In een overzicht van 1795 tot 1922 zien we dat er altijd een vrouwenoverschot van rond de 20.000 vrouwen was. Zowel in 1922 als in 2021 werden er meer meisjes dan jongens geboren, maar sinds de jaren ’80 van de vorige eeuw loopt het vrouwenoverschot terug. In 2021 waren vrouwen nog steeds in de meerderheid maar was het verschil geslonken tot 6.393.

100 jaar geleden misschien nog wel drukker en onoverzichtelijker dan nu: het Muntplein in 1922 gezien in de richting van het Rokin. Rechtsboven het huidige Allard Pierson Museum, toen het hoofdkantoor van de Nederlandsche Bank.

Sterfgevallen

In 1922 waren er 7.309 sterfgevallen in Amsterdam. Hieronder waren 1.095 kinderen jonger dan 5 jaar. De meeste volwassen Amsterdammers stierven tussen hun 65e en 79e. Doodsoorzaak nummer 1 was hart en vaatziekten, kanker stond op 2 en tuberculose op 3. De griep eiste dat jaar 276 slachtoffers en 385 Amsterdammers stierven aan een longontsteking. 13 Amsterdammers bezweken aan de drank door een levercirrose. 184 personen stierven een gewelddadige dood, waarschijnlijk is dit aantal een combinatie van moorden en dodelijke ongelukken. 39 Amsterdammers beëindigden zelf hun leven.

In 2021 waren er 5.868 sterfgevallen. In de jaren daarvoor schommelde dit aantal rond de 5.350. Kanker en hart en vaatziekten zijn nog steeds belangrijke doodsoorzaken. Tuberculose is al lang verdwenen, maar Covid is erbij gekomen. Kindersterfte komt nauwelijks meer voor; de meeste Amsterdammers sterven tegenwoordig tussen hun 80e en 90e. Er werden 19 moorden gepleegd. Volgens de GGD beëindigen jaarlijks tussen de 80 en 90 Amsterdammers hun leven. Een exact cijfer over 2021 is niet bekend.

Behalve complete nieuwe wijken, verrezen er in 1922 ook gebouwen die tot op de dag van vandaag beeldbepalend zijn voor de stad. Bijvoorbeeld het kantoor van het Gemeentevervoerbedrijf aan het begin van de Overtoom, hier bij de start van de bouw in 1922 gezien vanaf de Stadhouderskade. Het gebouw in Amsterdamse Schoolstijl is ontworpen door architect Pieter Lucas Marnette van de dienst Publieke Werken en was achtereenvolgens hoofdkantoor van de Gemeentetram, de Stadsreiniging en sinds 1990 een particulier kantoorgebouw.
Het gebouw 100 jaar later, vanaf de Overtoom gezien.

1922-2022: toen en nu

In 1922 was het 4 jaar geleden dat de allesverwoestende Eerste Wereldoorlog over de aarde raasde. Ons land bleef neutraal maar bood onderdak aan vele Belgische vluchtelingen. In hetzelfde jaar dat de oorlog eindigde, werd de wereld getroffen door een pandemie: de Spaanse griep eiste wereldwijd in totaal tussen de 50 en 100 miljoen slachtoffers. Opmerkelijk veel parallellen met nu dus. Er is veel veranderd in 100 jaar, maar aan een paar vaste ingrediënten van de wereldgeschiedenis ontkomt ook de moderne Amsterdammer anno 2022 niet.

Auteur: Frank van Vuuren

Communicatiemedewerker Gemeente Amsterdam

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: