De onherkenbare stad (deel 2)

De Jodenbreestraat gezien in de richting van de Zuiderkerk, 1880.

Amsterdam is in de loop der eeuwen onherkenbaar veranderd. Herkent u de volgende plekken nog?

Centraal Station/Stationsplein

Eén van de oudste foto’s van Amsterdam: uitzicht vanaf de Oudekerkstoren richting IJ, 1858. Bovenin aan de horizon is het vrijwel lege Noord te zien, midden in het IJ ligt de Nieuwe Stadsherberg op de plek waar zich tegenwoordig het Centraal Station bevindt. De Nieuwe Stadsherberg bood onderdak aan scheepspersoneel en bevond zich op deze plek van 1662 tot 1876.
Hetzelfde uitzicht nu. De komst van het Centraal Station begin 1880 maakte een einde aan de Nieuwe Stadsherberg maar ook van het vrije uitzicht op Noord.
Vanaf Noord gezien, prent uit 1830. Rechts het Tolhuis.
Dezelfde plek tegenwoordig.

Jodenbreestraat

De Jodenbreestraat gezien in de richting van de Zuiderkerk, 1880. In de zeventiende eeuw de woon- en leefomgeving van zowel schilder Rembrandt van Rijn als de Joodse filosoof Baruch Spinoza. De toren van de Zuiderkerk is het enige punt van herkenning op de foto, verder is van deze huizen alleen nog het Rembrandthuis aan het einde links over. Alle woningen aan de rechterzijde zijn verdwenen en ook de rij woningen daarachter die de straat de Joden Houttuinen vormde bestaat niet meer.
Dezelfde plek nu. De Jodenbreestraat en omgeving waren eeuwenlang het middelpunt van het hoofdstedelijke Joodse leven. Van de 77.000 Joodse Amsterdammers overleefden er maar 10.000 de oorlog. Toen zij terugkeerden van de kampen troffen ze hun huizen geplunderd en leeggeroofd aan: buurtbewoners hadden de houten vloeren, deuren en kozijnen verbruikt als brandhout om de ijzige hongerwinter door te komen. Ongeveer de helft van de huizen was in deplorabele staat. Het stadsbestuur besloot om wat er nog resteerde van de buurt te slopen.

Gezien in de andere richting vanaf de Sint Antoniesluis, 1932. Tweede huis rechts is het Rembrandthuis.
Dezelfde plek nu.

Zicht op de ingang van de Joden Houttuinen vanaf de Sint Antoniesluis, 1930. Alleen het voorste huis links staat er nog, de gehele straat is verdwenen. Het huisje uit 1695 was oorspronkelijk bedoeld voor de sluiswachter maar stond in de jaren ’30 de buurt bekend als het ‘Huisje van Gosler’ vernoemd naar oudmetaalhandelaar Abraham Gosler. Zowel Abraham als zijn vrouw Saartje en 4 van hun 6 kinderen werden in de oorlog door de Duitsers vermoord.
Het enige overgebleven huis van de verdwenen Joden Houttuinen zoals het er tegenwoordig uitziet. Samen met het tegenover gelegen Rembrandthuis uit 1607 is dit het oudste overgebleven huis van de oude Amsterdamse Jodenbuurt.

Staatsliedenbuurt

Gezien vanaf het Van Limburg Stirumplein in de richting van de Nassaukade, de Van Limburg Stirumstraat in 1915.
Dezelfde plek nu, vrijwel alle oorspronkelijke huizen zijn tussen 1970 en 2000 vervangen door nieuwbouw. In tegenstelling tot de Jodenbreestraat is de Van Limburg Stirumstraat niet verbreed en dus nog enigszins herkenbaar. Begin jaren ’70 was de gemeente voortvarend begonnen met renovatie van de buurt maar daar kwam vrij snel de klad in. Veel bouwvallige huizen werden in afwachting van renovatie of sloop dichtgetimmerd, maar vervolgens gekraakt. Behalve krakers namen criminelen, heroïneverslaafden en dealers hun intrek in de afbraakwoningen. De Staatsliedenbuurt was een no-go area, de politie durfde er nauwelijks te komen.

Gezien naar de andere richting vanaf de kruising Wittenkade naar het Van Limburg Stirumplein, 1910.
Dezelfde plek nu. Nadat burgemeester Van Thijn tijdens een werkbezoek in 1984 op beschamende wijze de buurt werd uitgejaagd -hij werd bespuugd en door Duitse krakers uitgescholden- besloot de gemeente vaart te maken met de voorgenomen herontwikkeling van de Staatsliedenbuurt. Maar dit ging niet zonder slag of stoot. Er volgde een aantal tumultueuze jaren vol gewelddadige ontruimingen, mislukte bomaanslagen en de tragische dood van kraker Hans Kok in een politiecel op 25 oktober 1985. Eind jaren ’80 keerde de rust grotendeels terug en werd in navolging van de Van Limburg Stirumstraat de rest van de buurt opgeknapt.

Prins Hendrikkade

De Prins Hendrikkade toen het nog echt een kade was. Schepen meerden hier aan in het zogenaamde Oosterdok. Het gebouw op de hoek is de Hogere Zeevaartschool, schuin tegenover buiten beeld ligt ‘s Lands Zeemagazijn, het tegenwoordige Scheepvaartmuseum. Eind jaren ’60 bij de bouw van de IJ-tunnel werd de kade verbreed en ontstond de verkeersweg zoals we die we nu kennen. Foto uit 1880.
Dezelfde plek nu.

In de andere richting gezien met in het midden ‘s Lands Zeemagazijn/het Scheepvaartmuseum, prent uit 1778. Eeuwenlang heette dit stukje Amsterdam de IJ-gracht of Buitenkant tot het in 1879 vernoemd werd naar Prins Hendrik, zoon van koning Willem II en een fervent zeevaarder en zakenman. De prins was dat jaar onverwacht op 59-jarige leeftijd overleden aan een hersenbloeding.
Dezelfde plek nu.

Vijzelgracht

De ongedempte Vijzelgracht gezien richting De Munt rond 1930. Het is een van de vele grachten die in de twintigste eeuw gedempt werden om meer ruimte voor verkeer te creëren. Bij de bouw van de Noord/Zuidlijn in 2008 bleek de oudste bebouwing aan de linkerzijde, de zogenaamde wevershuisjes, te verzakken. Deze huizen zijn rond 1670 gebouwd als woon/werkplekken voor met name buitenlandse wevers in dienst van de Amsterdamse textielindustrie. Na de verzakking kocht de gemeente de huizen op en liet ze restaureren.
Dezelfde plek tegenwoordig.

De Vijzelgracht gezien in de andere richting naar de Stadhouderskade, 1930.
Dezelfde plek nu.

In het verlengde van de Vijzelgracht ligt de Vijzelstraat, tegenwoordig een brede, autoluwe verkeersader maar vroeger een gezellig smal straatje. Op de foto de Vijzelstraat gezien vanaf het Muntplein in de richting van de Stadhouderskade, 1917.
Dezelfde plek nu. Alle huizen aan de rechterzijde zijn verdwenen.

Auteur: Frank van Vuuren

Communicatiemedewerker Gemeente Amsterdam

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: