Partypics van de Amsterdamse kunstscène van 1890

kloostidemanboekenwitsen1892_groot

Bij de Tachtigers denk je misschien aan ouderwetse onleesbare literatuur van dode dichters, maar deze invloedrijke beweging bestond rond 1890 uit jonge, hippe Amsterdammers die wisten hoe je een feestje moest bouwen. En toevallig was daar ook Willem Witsen met zijn ‘photocamera’ vaak bij.

Begin jaren ’80 van de 19e eeuw vormde zich in Amsterdam een groep jonge schrijvers en schilders die vonden dat het allemaal anders moest: de Tachtigers. Onze moderne Nederlandse literatuur is bij hun ontstaan. De Tachtigers kwamen samen in cafés als Die Port van Cleve op de Nieuwezijds Voorburgwal, Mille Collonnes op het Rembrandtplein -zat op de plek van het huidige Escape- en in het huis van schilder Willem Witsen aan het Oosterpark, het tegenwoordige Witsenhuis. Tussen het schilderen, schrijven en dichten door werd flink gedronken, geruzied en gefeest.

top

De Tachtigers bestonden onder meer uit de schilders Isaac Israëls, Willem Witsen, George Hendrik Breitner, en de schrijvers Frederik van Eeden, Lodewijk van Deyssel en Herman Gorter. Middelpunt van de groep was Willem Kloos. De jonge dichter Kloos viel in deze periode tussen het schrijven en feesten door ten prooi aan alcoholisme en waanzin. En dat is allemaal door Willem Witsen vastgelegd. Hij gebruikte zijn camera zoals wij nu onze mobieltjes gebruiken: hij maakte vele foto’s snel achter elkaar. Sommige met zelfontspanner. Selfies avant la lettre.

boekenklooswitsentideman
Hein Boeken, Willem Kloos, Willem Witsen en Pet Tideman in het Witsenhuis, foto genomen met zelfontspanner in 1892
kloosboekentideman
Willem Kloos, Hein Boeken en Pet Tideman. Door Willem Witsen, 1892

De Nieuwe Gids

In 1891 betrekt schilder Willem Witsen het voormalig atelier van vriend en collega George Breitner in het statige woonhuis dat wij tegenwoordig kennen als het Witsenhuis aan het Oosterpark nummer 82. Zijn atelier wordt veelvuldig bezocht door zo’n beetje alle bekende Hollandse kunstenaars van die tijd, vooral ongeleid projectiel Willem Kloos loopt er de deur plat. Kloos heeft een beroerde jeugd achter de rug -op zijn 18e komt hij erachter dat zijn liefdeloze moeder en zijn broer eigenlijk zijn stiefmoeder en stiefbroer zijn, zijn echte moeder blijkt op zijn eerste levensjaar te zijn overleden- en zowel zijn jeugdvriend Jan Beckering als zijn studievriend Jacques Perk verliest hij respectievelijk aan een ongeval en ziekte. De dood is geen vreemde voor hem. Allemaal zaken die de labiele Kloos geen goed doen, alhoewel zij ook zijn genie vormen. Kloos studeert klassieke talen en schrijft gedichten die hij tevergeefs ter publicatie aanbiedt in het dan als absolute autoriteit geldende blad ‘De Gids’. Uit frustratie richt Kloos in 1885 zijn eigen blad op, getiteld ‘De Nieuwe Gids’. Het blad wordt een doorslaand succes en vormt een platform voor later beroemde schrijvers en dichters als Frederik van Eeden, Lodewijk van Deyssel en Herman Gorter. De groep noemt zich de Tachtigers naar het tijdperk waarin ze leven.

portvancleve
Die Port van Cleve aan de Nieuwezijds Voorburgwal 176, favoriete hangout van de Tachtigers. Bestaat nog steeds. Interessant weetje: onderdeel van dit gebouw was brouwerij De Hooiberg, in 1864 overgenomen door ene Gerard Adriaan Heineken die het plan had opgevat om bier te gaan brouwen

Zoals het een nieuwe lichting kunstenaars betaamt zetten de Tachtigers zich af tegen hun voorgangers en de kunst van hun ouders. Bovendien roert het opkomende socialisme en atheïsme zich. De Nieuwe Gids bevat niet alleen literatuur, maar ook invloedrijke verhandelingen over wetenschap, kunst en maatschappij. Auteurs schrijven soms onder pseudoniem, er wordt geëxperimenteerd met taal en vorm, en er wordt flink tegen schenen geschopt en getracht heilige huisjes omver te werpen. Hoofdredacteur Kloos is een energieke, bevlogen en vooral zeer charismatische leidersfiguur, maar ook iemand die de neiging heeft zijn vrienden met zijn onbehouwen affectie te verstikken. Behalve menig gebroken vrouwenhart heeft Kloos op zijn dertigste al verschillende dramatisch verbroken mannenvriendschappen achter de rug. En er zouden er nog veel meer volgen.

Rond 1890 bestaat zijn directe vriendenkring uit Willem Witsen, Hein Boeken en Pet Tideman. Willem Witsen is als afstammeling uit een gegoed patriciërsgeslacht degene die Kloos vaak financieel ondersteunt, Hein Boeken is Kloos’ allertrouwste vriend door dik en dun, en Pet Tideman is de jonge hond die onvermoeibaar met de drinkebroers door nachtelijk Amsterdam zwerft.

kloostidemanboekenwitsen1892_groot
Willem Kloos -met Willem Witsens petje op- Pet Tideman en Hein Boeken in het atelier van Willem Witsen, 1892

Burengerucht

In 1893 verhuist Willem Witsen naar Ede en trekken Willem Kloos, Hein Boeken en Pet Tideman in op zijn etage aan Oosterpark 82. Klinkt als een slecht plan, en dat blijkt het ook al snel te zijn. Behalve dat de wijn en jenever rijkelijk vloeien genieten de heren ruimschoots van de dan populaire drug Broomkali, wat als vervelende bijwerking heeft dat Kloos nog labieler wordt dan hij al is. Hij wordt paranoïde en verdenkt Pet Tideman ervan hem uit de weg te willen ruimen. Schilder Isaac Israëls bewoont de etage onder de heren feestbeesten en wordt knettergek van de nachtelijke zuip- schreeuw en vechtpartijen. Hij biedt Boeken en Kloos 400,- gulden om te verhuizen maar daar gaan ze niet op in. Om Israëls toch enigszins tegemoet te komen leggen ze kleden op de houten vloer tegen het gestommel. Pet Tideman is de verstandigste en verhuist naar een kamer in een pand aan de Amstel. Goede keuze, want hij ontmoet daar zijn toekomstige vrouw Betsy, de dochter van zijn hospita. De piepjonge Betsy is nog minderjarig, maar dat weerhoudt Pet er niet van haar zwanger te maken. Pet’s vader is dominee en zo geshockeerd door deze schandelijke toestand dat hij probeert zijn zoon krankzinnig te laten verklaren en onder curatele te plaatsen. Pet en Betsy trouwen, hun kindje wordt zwaar gehandicapt geboren. Een drama waar vader dominee Tideman ongetwijfeld een straf van god in gezien zal hebben.

Sonnet V

Ik ben een God in ’t diepst van mijn gedachten,
En zit in ’t binnenst van mijn ziel ten troon
Over mij zelf en ’t al, naar rijksgeboôn
Van eigen strijd en zege, uit eigen krachten.

En als een heir van donkerwilde machten
Joelt aan mij op en valt terug, gevloôn
Voor ’t heffen van mijn hand en heldere kroon:
Ik ben een God in ’t diepst van mijn gedachten.

 –En tóch, zo eindloos smacht ik soms om rond
Úw overdierb’re leên den arm te slaan,
En, luid uitsnikkende, met al mijn gloed

En trots en kalme glorie te vergaan
Op úwe lippen in een wilden vloed
Van kussen, waar ‘k niet langer woorden vond.

Willem Kloos (1859 – 1938)

kloosboeken1
Hein Boeken en Willem Kloos in het Witsenhuis, 1892. Foto door Willem Witsen
witsenhuisbinnen
De exacte locatie van bovenstaande foto’s in het Witsenhuis tegenwoordig

Ondertussen zinkt Kloos weg in alcoholische gekte en rammelt hij er het ene na het andere ‘scheldsonnet’ uit dat hij publiceert in De Nieuwe Gids. Het zijn voorlopers van polemische stukken zoals wij die nu kennen van bijvoorbeeld Willem Frederik Hermans en -recent- Herman Brusselmans. Herman Gorter wordt voor taalverkrachter uitgemaakt, politiek redacteur Frank van der Goes voor salonsocialist en ‘pseudo-volkleider’, Kloos over voormalig vriend Frederik van Eeden: ‘o gij, verkrachter van vele vrouwenzielen’. Om weer wat bij zinnen te komen vertrekken Kloos en Boeken naar Willem Witsen in Ede -villa Zonneberg- maar blijkens de foto’s die Witsen daar van de mannen maakt gaan zij er hier niet echt op vooruit.

kloosboeken3
Willem Kloos en Hein Boeken aan lager wal bij Willem Witsen in Ede, 1894. Zelfs de oergezonde reus Boeken kon het drinktempo van Kloos daar niet meer bijbenen zei hij later

Elektroshocks

Willem Kloos wordt in 1895 gedwongen opgenomen in een krankzinnigengesticht in Velp, waaruit hij na enkele maanden wegvlucht. In 1896 wordt hij na een zelfmoordpoging opnieuw opgenomen en ondergaat hij een elektroshockbehandeling. Er blijft daarna weinig over van de wilde dichter Kloos zoals we die kenden. Daar staat tegenover dat hij geheel tegen de verwachtingen in trouwt, verhuist naar Den Haag en oud wordt. Hij drinkt niet meer en blijft schrijven voor De Nieuwe Gids, maar het oude vuur is weg. Het huwelijk blijft kinderloos, en in 1938 sterft Willem Kloos.

Willem Witsen blijft zijn hele leven zijn vriend Kloos trouw, ondersteunt hem op alle mogelijke manieren. Witsen overlijdt in 1923.

Pet Tideman wordt succesvol advocaat en overlijdt in 1943 in Bloemendaal.

Hein Boeken blijft zijn leven lang redacteur van De Nieuwe Gids en verdient zijn geld als privéleraar Grieks en Latijn. In 1916 helpt hij zijn zwaar depressieve vrouw zelfmoord te plegen en wordt hij aangeklaagd wegens moord. Er volgt een geruchtmakend proces waarna Boeken wordt vrijgesproken, waarmee hij de allereerste Nederlander wordt die niet veroordeeld wordt voor hulp bij euthanasie. Hij overlijdt in 1933, de laatste jaren van zijn leven geteisterd door een steeds terugkerende nachtmerrie waarin hij gedwongen wordt met Willem Kloos eindeloos kroegen te bezoeken.

Auteur: Frank van Vuuren

Communicatiemedewerker Gemeente Amsterdam

Geef een reactie

Ontdek meer van Over Amsterdam

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder