
In het Stadsarchief is van 1 april tot en met 31 juli een tentoonstelling te zien van het werk van tekenaar Gerrit Lamberts (1776-1850). Lamberts is vooral bekend van pittoreske straattafereeltjes, maar hij had ook oog voor de duistere kant van de stad. Dat wordt soms pas duidelijk als je het verhaal achter de tekening hoort.
Gevangen in het Rasphuis

Er werd in het Rasphuis niet zuinig gedaan met lijfstraffen, en het verhaal deed de ronde dat de cellen in de kelder onder water gezet konden worden. De gevangene kreeg een handpomp om zichzelf te redden. Pompen of verzuipen dus. De kans is groot dat dit oude gezegde zijn herkomst heeft in het Rasphuis. En dat menig arme drommel hier vechtend tegen het water verdronken is. Ironisch genoeg bevond zich na sluiting van het Rasphuis op deze plek van 1896 tot 1988 het eerste overdekte zwembad van Amsterdam, het Heiligewegbad. Ook daar vochten Amsterdammers tegen water, maar dan tijdens de zwemles. Tegenwoordig bevindt zich hier de Kalvertoren.
De originele poort van het Rasphuis, in 1603 vervaardigd door Hendrick de Keyser, staat nog steeds op zijn oorspronkelijke plek in de Heiligeweg. In het reliëf een wagen met Braziliaans hout en de Latijnse inscriptie die vrij vertaald luidt: ‘Wilde beesten moet men temmen’. Het woord ‘Castigatio’ betekent boetedoening of kastijding.

Executie op de Nieuwmarkt

De Amsterdamse dichter en koopman Willem de Clercq (1795-1844) beschreef de executie op 15 juni 1812 in zijn dagboek. Volgens De Clercq was de Nieuwmarkt stampvol met duizenden Amsterdammers. Vreemd genoeg waren er vooral vrouwen, een opmerkelijk feitje dat vaker voorbijkomt in ooggetuigenverslagen van openbare executies in vroeger tijden. Volgens De Clercq valt het dienstmeisje Van Rijswijk vlak voor haar executie bijna flauw maar laten zij en Hester zich zwijgzaam naar de guillotine leiden. Gerrit ‘beval zijn ziel aan God en Jezus Christus’, waarna de hakbijl valt: ‘Eén slag en een mensenleven is geëindigd.’
Dezelfde plek tegenwoordig.
Het galgenveld in Noord

De locatie van galgenveld Volewijk tegenwoordig.
Dodelijke brand in de stadsschouwburg

De brand had gevolgen tot in alle lagen van de bevolking. Zo kwam het mooiste en duurste huis van de Gouden Bocht – Huis de Neufville, Herengracht 475 – in één keer leeg te staan omdat de gehele familie Van Lennep die daar woonde bij de brand om het leven kwam. Na de brand barstte er een felle discussie los, vooral vanuit het strenggelovige deel van de stadsbewoners. Zij vonden toneelspel iets goddeloos en zagen de brand als een straf van God. Volgens sommigen waren de 18 slachtoffers rechtstreeks naar de hel gegaan. In 1773 werd een nieuwe stadsschouwburg gebouwd, dit keer op het Leidseplein. Het zal de vrome tegenstanders van toneel niks hebben verbaasd, maar ook deze schouwburg ging in 1890 in vlammen op. Gelukkig vielen er ditmaal geen slachtoffers. In 1894 werd op dezelfde plek een nieuwe stadsschouwburg gebouwd; deze schouwburg staat er nog steeds.
De originele poort van de schouwburg aan de Keizersgracht 384 staat er nog steeds. Tegenwoordig is het de entree van Restaurant Vinkeles. Bovenin staat ‘Schouburg’ en eronder ‘De weereld is een speel toneel. Elck speelt zyn rol en kryght zyn deel.’
Tentoonstelling: Dwalen door Amsterdam. Tekeningen van Gerrit Lamberts 1800-1850. Tentoonstelling Stadsarchief Amsterdam 1 april tot en met 31 juli 2022
Gerrit Lamberts (1776-1850) is een van de bekendste onbekende tekenaars van Amsterdam. In elk boek over de geschiedenis van de stad staan een of meer van zijn tekeningen. Lamberts was niet onbekend met het noodlot: hij trouwde in 1805, maar zijn vrouw stierf vier jaar later. Behalve tekenaar was Lamberts ook conservator van het Rijksmuseum, toen gevestigd in het Trippenhuis. De laatste jaren van zijn leven was hij doof en hulpbehoevend. Daar stond tegenover dat hij gebruik mocht maken van een woonruimte in het Trippenhuis.