De mooiste buurt van Amsterdam

Deze huizen op de Zandhoek zijn gebouwd in 1647. Toen Jacob Olie hier van 1834 tot 1874 woonde op no. 10, waren het dus al oude huizen. Nu, na bijna 400 jaar en vele bewoners verder, staan de huizen er nog steeds, mooier dan ooit. De Zandhoek op Realeneiland is misschien wel de mooiste plek van wat misschien wel de mooiste buurt van Amsterdam is.

De Westelijke Eilanden (ook wel ‘de Mokumse Archipel’ genoemd) vormen een dorp op zich. De buurt was en is niet voor niets geliefd bij fotografen, schilders en filmregisseurs. Met haar pittoreske grachtjes en ophaalbruggen is dit misschien wel de mooiste buurt van Amsterdam.

De Westelijke Eilanden werden begin 17e eeuw aangelegd als onderdeel van de zogenaamde ‘Derde Uitleg’ van Amsterdam. Bij deze uitbreiding van de stad ontstonden onder meer de Jordaan en een gedeelte van de grachtengordel. De uitbreiding was nodig omdat het inwoneraantal van de stad onstuimig groeide: Amsterdam had in 1578 zo’n 30.000 inwoners; in 1620 waren dit er al 100.000. De nieuwe eilanden waren in eerste instantie voornamelijk bedoeld als uitbreiding van de haven. Naast woningen waren er dan ook veel scheepswerven en pakhuizen te vinden.

Amsterdam in 1568, vlak voor de zogenaamde Derde Uitleg, waarbij de weilanden rechts veranderden in de Grachtengordel en de Jordaan.
Kaart van Amsterdam in 1623. De Westelijke Eilanden (rechts) zijn dan net gerealiseerd, naar model van de eilanden bij het huidige Waterlooplein (links) die eind 16e eeuw zijn aangelegd.

Galgenstraat

De realisatie van de Westelijke Eilanden verliep op een manier die zo’n vier eeuwen later vertrouwd aandoet. Zo lag de bouw jarenlang stil en bleek er flink gespeculeerd te zijn met de grond – door een van de burgemeesters nota bene – waardoor het budget ruimschoots werd overschreden. Ook vielen niet alle straatnamen in de smaak bij de Amsterdammers. Zo veranderde de tongbreker ‘Prinseneilanddwarsstraat’ in het veel beter bekkende ‘Galgenstraat’. Niet alleen omdat dat een stuk makkelijker is uit te spreken, maar vooral omdat je vanaf die straat zo’n mooi uitzicht had op de rottende lijken op het galgenveld aan de overkant in Noord.

De Galgenstraat in 1816. Huizen en schepen belemmeren dan het uitzicht op Noord. Tot 1795 hadden de mensen vrij uitzicht op het galgenveld. Tekening van Gerrit Lamberts.
Hetzelfde uitzicht vanuit de Galgenstraat in 2022.

George Breitner en Jacob Olie

Twee pioniers op het gebied van de fotografie hadden een band met de Westelijke Eilanden. Fotograaf Jacob Olie is geboren op Realeneiland, Zandhoek 10. En schilder en fotograaf George Hendrik Breitner had op Prinseneiland van 1898 tot 1914 zijn atelier. Dit gebouw, Prinseneiland 24, is ooit in opdracht van Breitner gebouwd en ook tegenwoordig nog in gebruik als atelierruimte voor kunstenaars. Breitner leverde ook het ontwerp. Wat vooral opvalt, zijn de twee bijzondere ingangen.

Het atelier van Breitner, Prinseneiland 24. Het gebouw bestaat uit twee atelierwoningen waarvan Breitner de grootste op nummer 24B in gebruik had.
De straat voor Breitners atelier rond 1900. Kenmerkend voor de buurt zijn de vele authentieke 17e-eeuwse pakhuizen waar zout, tabak, teer en andere handelswaar van de West Indische Compagnie werd opgeslagen. De WIC voer op Noord-Amerika, West-Afrika en Zuidwest-Azië. De WIC beheerde ook het van indianen gekochte stuk land Nieuw-Nederland waar het eiland Nieuw-Amsterdam deel van uitmaakte, het huidige Manhattan. In 1674 werd dat hele gebied met Engeland geruild voor Suriname.
Weinig veranderd: dezelfde plek nu.

Bickerseiland

De oorspronkelijke namen van de eilanden zijn Vooreiland, Middeleiland en Achtereiland. De grond van de eilanden was voor een groot deel privébezit. Zo was het Vooreiland zelfs geheel eigendom van de steenrijke koopman Jan Bicker. Het duurde dan ook niet lang voordat het eiland Bickerseiland werd genoemd. En op Bickerseiland stond het gigantische Bickershuis met de enorme Bickerstoren van waaruit Jan zijn schepen de haven kon zien invaren. Naast Bickerseiland lag een palenrij waar schepen konden aanmeren, het Westerdok. Eeuwen later werd dit dok ingepolderd en veranderde het in de plek die we nu kennen. Jan Bickers huis is in 1700 al gesloopt. Een groot deel van het eiland volgde.

Luchtfoto van de Westelijke eilanden in 1937.
De Westelijke Eilanden vanuit de lucht nu. Veel oorspronkelijke bebouwing heeft plaatsgemaakt voor nieuwbouw. Op Bickerseiland verrees in de jaren ’60 en ’70 het kolossale kantoorgebouw De Walvis en in 1973 het appartementencomplex De Narwal. Eigenlijk was het de bedoeling van het toenmalige stadsbestuur om het hele eiland te veranderen in een soort Zuidas avant la lettre, maar wakkere buurtbewoners hebben dat tegen weten te houden.
Kantoorgebouw De Walvis op Bickerseiland.

Seksonderzeeër

De Westelijke Eilanden hebben het eigenlijk niet nodig, maar jarenlang dobberde hier aan de Bickersgracht een bezienswaardigheid die behoorlijk wat publiek trok. Veel nietsvermoedende wandelaars zullen zich hier flink in de ogen hebben gewreven: is het echt wat ik daar zie? Een knalgele onderzeeër, drijvend in het Amsterdamse water? Ja, het was echt, en het kon nog varen ook. De duikboot had jarenlang aan de Parijse Seine dienstgedaan als locatie voor seksfeesten, tot de Franse overheid die activiteiten verbood en de eigenaar de boot verkocht aan een Amsterdammer. Die haalde de boot op in Parijs en legde aan bij Bickerseiland.

Foto: Bob Wennekendonk / Nationale Beeldbank.

Realeneiland

Net als Bickerseiland was ook het Realeneiland oorspronkelijk eigendom van 1 Amsterdammer, de koopman en schepen (tegenwoordig te vergelijken met wethouder) Reynier Reael. Reynier zou zijn eiland in 2022 nauwelijks herkennen, want de slopershamer heeft ook hier flink huisgehouden. Eigenlijk is alleen de straat waar Jacob Olie woonde -de Zandhoek- intact gebleven.

Jacob Olie (1834-1905) is hier geboren en woonde er tot hij in 1878 trouwde met de 18 jaar jongere tekenlerares Line Blösmann. Zij stierf 8 jaar later bij de bevalling van hun vierde kind. Olie bleef als 52-jarige weduwnaar achter met vier jonge kinderen. Dat weerhield bouwkundige en schooldirecteur Olie er niet van in zijn vrije tijd zo’n 5.000 foto’s te maken met zijn zelfgebouwde camera. De foto’s werden pas in 1959 ontdekt, na een halve eeuw bij zijn dochter op zolder te hebben gelegen. Ze geven ons een uniek beeld van Amsterdam in de 19e eeuw toen de fotografie nog in de kinderschoenen stond.

De Zandhoek gezien naar brug 317 (de Petemayenbrug, waarschijnlijk afgeleid van het woord Petemoei/Peetmoeder) over de Zoutkeetsgracht, Jacob Olie, 1861. Zijn eerste foto’s maakte Jacob Olie vooral hier, in de buurt van zijn ouderlijk huis Zandhoek 10, tweede huis van links. Zijn zus Christina Olie staat er op de stoep met een kritische blik recht in de camera van haar broer te kijken.
Dezelfde plek tegenwoordig. Deze huizen zijn gebouwd in 1647. Toen Jacob Olie hier woonde, waren het dus al oude huizen. Na bijna 400 jaar en vele bewoners, staan de huizen er nog steeds, mooier dan ooit. De Zandhoek is misschien wel de mooiste plek van wat misschien wel de mooiste buurt van Amsterdam is.

Auteur: Frank van Vuuren

Communicatiemedewerker Gemeente Amsterdam

Eén gedachte over “De mooiste buurt van Amsterdam”

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: