
Al sinds 1895 publiceert OIS elk jaar het jaarverslag ‘Amsterdam in cijfers’. Wij pakten het jaarverslag van honderd jaar geleden erbij. Hoe stond het toen met zaken als klimaat, wonen, toerisme en veiligheid vergeleken met nu?
Voor ons ligt het boekwerk ‘Statistisch Jaarboek der Gemeente Amsterdam’ uit 1918, uitgegeven door het ‘bureau van statistiek der gemeente’, voorloper van het huidige Onderzoek, Informatie en Statistiek. In 1918 is de wereld aan het bijkomen van een 4 jaar durende verwoestende wereldoorlog waarbij Nederland buiten schot is gebleven. Amsterdam heeft ongeveer 25.000 Belgische vluchtelingen gehuisvest, die vrijwel allemaal na de oorlog naar hun land van herkomst terugkeren. Wilhelmina is koningin, Jan-Willem Tellegen burgemeester, Amsterdam heeft 644.070 inwoners.

15.000 griepdoden
Het verslag begint met de geboorte- en sterftecijfers verwerkt in een opmerkelijke grafiek. In de maand november is er een enorme toename in sterfgevallen te zien van 15.000 meer dan normaal. Het is te wijten aan de Spaanse griep die wereldwijd in totaal tussen de 50 en 100 miljoen slachtoffers zal eisen. Tuberculose, kanker en de mazelen zijn de belangrijkste doodsoorzaken in Amsterdam in 1918.

Zesendertig Amsterdammers plegen dat jaar zelfmoord, 39 komen er door geweld om het leven, 20 Amsterdammers overlijden aan alcoholisme, 27 sterven aan syphilis, 53 verdrinken, 1 Amsterdammer komt om van de honger en 1 door ‘amputatie’. Het Statistisch jaarboek geeft verder geen uitleg, het blijft dus gissen of het hier gaat om een mislukte operatie of iets veel akeligers. Terug naar nu: in 2018 plegen 94 Amsterdammers zelfmoord, 11 Amsterdammers komen door geweld om het leven, 226 door ongevallen.

Gemiddelde maandtemperatuur 10,2 graden
Dat het klimaat ook toen hoog op de agenda stond bewijst het daaropvolgende hoofdstuk ‘Maandelijkse gemiddelde temperaturen op drie tijden van den dag’. De hoogste temperatuur gemeten in Amsterdam in 1918 wordt gemeten op 23 augustus, het is die dag 30,5 graden. De gemiddelde maandtemperatuur dat jaar is 10,2 graden. In de huidige OIS-rapportages wordt vreemd genoeg geen enkele aandacht besteed aan klimaat, maar na enig speurwerk blijkt de gemiddelde maandtemperatuur van vorig jaar 11,4 te zijn. Overigens was dit in 2010, 9,2 graden, in 2013 9,9 en in 2016 10,9 graden.

2,2 % niet in Nederland geboren
In 1918 heeft Amsterdam 644.070 inwoners. In 1815 waren dat er nog maar 180.179, de bevolking is dus in honderd jaar verviervoudigd. Hiervan is 68% geboren in Amsterdam, 2,2% is geboren in het buitenland. Anno 2018 heeft Amsterdam 854.316 inwoners waarvan 15% een niet-Nederlandse nationaliteit heeft.

Gemiddeld met z’n vijven op één etage
In 1918 bewonen de dan 644.070 inwoners van Amsterdam 142.382 woningen. Dat is gemiddeld 4,6 personen per woning. Anno 2018 bewonen de 854.316 Amsterdammers 432.632 woningen, dat is 1,9 personen per woning. In 1918 was het gemiddelde oppervlak per woning zo’n 50 vierkante meter, in 2018 zijn dat er 80. Heeft de huidige Amsterdammer dus per persoon ruim 40 vierkante meter leefruimte, de Amsterdammer van 100 jaar geleden had maar 10 vierkante meter voor zichzelf.
Verkiezingen: de sociaaldemocraten en de christenen waren groot
Op pagina 324 staan de uitslagen van de Tweede Kamerverkiezingen in 1918. Te zien valt hoe de Amsterdammers toen stemden. Er waren 24 partijen, waaronder veel christelijke. In totaal stemden 123.699 mensen.
De top 5 in procenten:
- Sociaal Democratische Arbeiderspartij: 38, 4
- Roomsch Katholieke Staatspartij:15,4
- Vrijzinnig Democratische partij: 7,4
- Antirevolutionaire Staatspartij: 6,4
- Bond van Vrijliberalen: 4,1
Opvallend is dat de sociaal-democraten 38,4 procent van de stemmen haalden, de christelijke partijen ongeveer 25 procent en de liberale partijen 16,7 procent. Anno 2018 is de aanhang voor christelijke partijen in Amsterdam rond de 4 procent, die voor de sociaal-democraten minder dan 10 procent en de liberalen (D66 en VVD) ongeveer 33 procent. GroenLinks is nu de grootste partij met ongeveer 20 procent.

Duizenden ambtenaren meer dan nu
Opvallend is de grote rol die de gemeente speelde in de stad. Dat blijkt ook uit het aantal personeelsleden, met 6782 mannelijke en 2651 vrouwelijke ambtenaren in vaste dienst, een totaal van 9433. Dan zijn er ook nog 1363 mannen en 1181 vrouwen in tijdelijke dienst. Bovendien werkten er 8166 ‘werklieden’ bij de gemeente, die we nu ook ambtenaar noemen. Alles bij elkaar werkten er dus 20.143 mensen bij de gemeente. Nu zijn er ongeveer 16.000 mensen in dienst van de gemeente. In 1918 werkten er dus duizenden ambtenaren meer dan nu, op een kleinere bevolking.
Toerisme sinds 1918 verhonderdvoudigd
Het toerisme in Amsterdam was honderd jaar geleden kleinschalig. Het totaal aantal hotelovernachtingen was slechts 105.109. Het grootste aantal hotelgasten was Nederlands, 93.364. Uit andere landen kwamen er 1225 Belgen, 5422 Duitsers, 752 Engelsen, 148 Fransen, 10 Italianen, 475 Oostenrijkers, 127 Amerikanen, 491 overige nationaliteiten en 3095 inwoners van Amsterdam.
Het aantal toeristen was waarschijnlijk groter dan het aantal hotelovernachtingen. Mogelijk kwamen er in 1918 200.000 toeristen naar Amsterdam. In 2018 waren dat er meer dan 21.000.000, honderd keer zoveel.

Museumbezoek 1918
- Rijksmuseum: 124.875
- Stedelijk museum/geschiedkundig, medisch pharmaseutisch museum: 58.000
- Museum Fodor: 458
- Museum Willet-Holthuijsen: 282
- Hortus Botanicus: 8063
- Rembrandthuis: 708
Ter vergelijking: het Rijksmuseum trok in 2018 2,3 miljoen bezoekers en het Rembrandthuis meer dan 250.000.
