Amsterdammers woonden nog nooit zo groot als nu

kromboomsloot_1932
Efficiënt ruimtegebruik: toilet midden in de keuken. Krom Boomssloot, 1932

Volgens het CBS heeft de Amsterdammer per persoon gemiddeld ‘maar’ 49 vierkante meter woonruimte. Dat is de minste woonoppervlakte van heel Nederland. Buiten Amsterdam ligt dit gemiddelde op 65 vierkante meter. Hoeveel vierkante meter had de Amsterdammer in voorgaande jaren en eeuwen?

Inwoners van grote steden wonen klein. Dat is over de hele wereld zo, en in Amsterdam is dat niet anders. Ook al blijkt uit de cijfers van het CBS dat de huidige Amsterdammer kleiner woont dan de rest van Nederland, hij of zij woont nog steeds veel groter dan vele andere grotestadsinwoners. In Londen is het gemiddelde woonoppervlak per persoon 35 vierkante meter, in Hong Kong zelfs maar 5 vierkante meter. En ook al lijkt het alsof we steeds minder ruimte hebben: we hebben nog nooit zo groot gewoond als nu.

lindengracht1895
Lindengracht 238 rond 1890. Interieur van éénkamerwoning op de tweede verdieping met bewoners. Uit het verslag van de woningbouwvereniging Jordaan N.V.: ‘De beeremmer staat in een kast. Bewoners: man en vrouw ongeveer 50 jaar en vier kinderen thuis. Een jongetje van 6 en een van 10 jaar slapen op de grond, twee meisjes van 12 en 14 jaar slapen in de bedstede. ‘

De eerste huizen

De eerste Amsterdammers woonden rond 1200 in enkelvloerse huizen gemaakt van planken of gevlochten elzen- of wilzentakken. De huizen waren maximaal 10 meter diep en 5 meter breed. De vloeren waren van leem, geslapen werd er op gevlochten matten. Centraal in de ruimte was een open vuur onder een gat in het dak. Schoorstenen waren nog niet uitgevonden, daardoor ademden de bewoners permanent een hoeveelheid fijnstof in die nu ver boven de Europese fijnstofnorm zou komen. De uitvinding van het rookkanaal in 1350 maakte het mogelijk om meerdere woonlagen te maken zonder dat deze bovenste lagen last van vuur en rook hadden. De Amsterdamse huizen bestonden de eerste eeuwen uit één vertrek. Pas in de 15e eeuw kwam men op het idee met een houten wand het vertrek in tweeën te delen. Daarna ging het snel: de aanleg van de grachten zorgde voor bouwkavels waar enkele -8,5 meter breed- of dubbele -17 meter breed- stadspaleizen gebouwd konden worden van soms wel meer dan 1000 vierkante meter. Maar groot wonen in een grachtenpand was voor weinig Amsterdammers weggelegd. De meesten woonden op kleine etages in de Jordaan of de Oostelijke Eilanden en zelfs in hutjes aan de rand van de toenmalige stad. Een etage delen met meerdere gezinnen was heel normaal.

borgerstraat1900_klein2
Nieuwbouw uit 1900: plattegrond van een te bouwen gedeelde etage in de Borgerstraat van 37 vierkante meter voor een gezin van vier

Boldootwagen

Er was geen stromend water, wassen deed men één keer per week in het badhuis, het toilet bestond uit een zogenaamde beeremmer onder de eettafel. Pas in 1880 werden de huizen uitgerust met iets dat leek op een soort badkamer met toilet, maar de armste Amsterdammers in bijvoorbeeld Jordaan of Waterloopleinbuurt zouden nog tot ver in de 20e eeuw gebruik maken van de beeremmer.

boldootwagen
Tot 1934 waren er huizen die niet aangesloten op de riolering hun behoeften deden in emmers die elke avond geleegd konden worden in de langskomende ‘boldootwagen’. Amsterdamse humor: Boldoot was een eau de colognemerk

Was de Jordaan qua armoede al shockerend, het kon nóg erger: in de zogenaamde Jodenbuurt achter het Waterlooplein was het aantal bewoners per woning het hoogst. Op Uilenburg werden woningen die eigenlijk gebouwd waren voor één gezin opgedeeld in éénkamerwoningen van 25 vierkante meter waar soms gezinnen van vijf personen in leefden.

kromboomsloot_1932.jpg
Efficiënt ruimtegebruik: toilet midden in de keuken. Krom Boomssloot, 1932

Woningbezetting vanaf 1900

Op de website van de gemeentelijke dienst Onderzoek, Informatie en Statistiek (OIS) is een opmerkelijke grafiek te zien met daarin het aantal Amsterdamse woningen en het aantal inwoners vanaf 1900. Te zien is dat Amsterdam in 1959 meer inwoners had dan nu -872.428 toen, nu zijn het er 857.557- die woonden in bijna de helft minder woningen. Amsterdam had in 1959 252.240 woningen, momenteel zijn dat er 436.785. Dat houdt in dat er in 1959 gemiddeld 3,4 Amsterdammers per woning waren, momenteel is dat 1,9 persoon per woning. De gemiddelde grootte van een Amsterdamse woning was in die tijd 60 vierkante meter. De Amsterdammer had toen dus nog geen 20 vierkante meter woonoppervlak per persoon.

bewonersois2
Telde een Amsterdamse woning in 1950 gemiddeld bijna vier personen, in 2018 zijn dat er nog 2. De toename van het aantal alleenstaanden droeg bij aan de daling van de gemiddelde woningbezetting. Meer echtscheidingen, maar ook een groeiend aantal studenten en jonge werkenden die in de stad neerstrijken, hebben een toename van het aantal alleenstaanden tot gevolg

Grootste appartement van Amsterdam

Momenteel wordt de laatste hand gelegd aan de 90 meter hoge Pontsteiger in de Houthaven. De architecten van het gebouw vertelden onlangs in Het Parool over hun verbazing over de uitbundige wensen van de toekomstige bewoners: appartementen werden gekocht en doorgebroken om nóg groter te maken, drie of vier badkamers waren standaard en zelfs het hebben van meerdere keukens was een veelvoorkomende wens. Het penthouse van de Pontsteiger spant de kroon wat betreft luxe en overdaad: het meet 1440 vierkante meter en werd in 2016 voor 16 miljoen euro verkocht. Dit grootste en duurste appartement van Amsterdam bestond toen nog slechts op papier, pas vorige maand is de bouw voltooid.

pontsteiger
Het grootste en duurste appartement van Amsterdam in aanbouw, februari 2018

Auteur: Frank van Vuuren

Communicatiemedewerker Gemeente Amsterdam

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: