
Tegenwoordig is de Jordaan één van de duurste buurten van Amsterdam, maar dit was tot ver in de vorige eeuw heel anders. Gezinnen zaten op elkaar gepropt in eenkamerwoningen, stromend water en riolering was er niet, en misdaad tierde er welig.
Tot 1600 bestaat Amsterdam uit een klein ommuurd stadje aan het IJ. De stadsgrens loopt van de Geldersekade en Kloveniersburgwal langs het huidige Singel. Als het inwoneraantal drastisch oploopt, begint men aan de zogenaamde Derde Uitleg. Het is het begin van de aanleg van de grachtengordel en van de wijk daar vlak achter, ‘het Nieuwe Werck’ genaamd. Later: de Jordaan.

Middeninkomens
Het nieuwe wijkje is bedoeld als woonplaats voor wat wij nu de middeninkomens zouden noemen. De wijk ligt tegen de eveneens spiksplinternieuwe Prinsengracht aan, die nadrukkelijk bedoeld is voor de kapitaalkrachtigste Amsterdammers. Ruim een eeuw lang wordt de Jordaan inderdaad bewoond door ambachtslieden en handwerkers. Maar vanaf het begin van de 18e eeuw verpaupert de buurt in rap tempo.

Gangen en forten
Oorspronkelijk is de Jordaan redelijk strak en ruimtelijk vormgegeven, maar dit verandert snel als de binnenplaatsen wegens ruimtegebrek provisorisch worden volgebouwd. Hierdoor ontstaan wankele huisjes en een wirwar aan gangen en sloppen. De gangen zijn soms niet meer dan een meter breed, waardoor de kamers van de huizen geen zonlicht te zien krijgen. De huizen aan een gemeenschappelijke gang of binnenplaats worden forten genoemd. Een van de bekendste en beruchtste gangen is de Wijde Gang, gelegen tussen de Willemsstraat en de Palmstraat.


‘Rauw en hittig’
Schrijver Israël Querido woont enkele jaren midden in deze gangen en forten en schrijft er begin 20e eeuw een boek over, ‘De Jordaan’:
‘De gezinnen van een-twee-en driehoog-vóór, en de gezinnen van een-twee-en driehoog-áchter, kenden elkaars leven, handel en wandel tot in de kleinste kleinigheid. In de vuile en nauwe stank-gangetjes der verdiepingen, waar man en vrouw openlijk hun gevoeg loosden in stilletjes en emmers, bestond geen schaamte meer voor elkaars gedoe. In beestelijke onverschilligheid leefden ze hun instincten rauw en hittig uit, ongedekt voor een ieder die hen waar wou nemen.’


Fort van Sjako
Het bekendste fort is het Fort van Sjako, waarmee dus niet een echt fort maar een groep huizen bedoeld wordt. In dit geval het rovershol van de beruchte crimineel Sjako, die zich aan de Elandsgracht 71-77 schuilhoudt. De door hem geleide bende houdt zich bezig met allerlei vormen van zware misdaad, en Sjako -echte naam Jacob Frederik Muller- is enige tijd de meest beruchte en gezochte man van Amsterdam.
In 1717 wordt Sjako in de Jordaan gearresteerd en veroordeeld tot een zelfs voor die tijd wrede straf: hij wordt op een wiel gebonden en met een ijzeren staaf worden al zijn botten gebroken. Hij wordt nog een half uur in leven gehouden om toe te zien hoe zijn mede bendeleden geëxecuteerd worden en wordt daarna zelf onthoofd.

1 etage, 2 gezinnen
De meeste Jordanese gezinnen bewonen een halve etage met als sanitair 1 zogenaamde ‘beeremmer’ voor alle bewoners. Uitgebreid met je krantje op de wc zitten is er dus niet bij; om de haverklap staat één van de buren in hoge nood aan de deur te rukken.


Het toilet met waterspoeling zoals wij het kennen heeft men niet; de beeremmer wordt 1 keer per week geleegd in een kar die langs de huizen gaat. Een week lang een emmer vol uitwerpselen in huis moet een enorme stank verspreiden en zal de luchtwegen geen goed doen. Verder zorgen vlooien en wandluizen voor hevige jeuk, waardoor de Jordanezen dag en nacht aan het krabben zijn. De huizen hebben de welbekende Amsterdamse dunne houten vloeren, dus ook qua gehorigheid zou dit voor de hedendaagse Amsterdammer de hel zijn. Voor Israël Querido zullen deze omstandigheden zijn gezondheid ook niet bevorderd hebben: hij krijgt last van zijn hart en sterft in 1932 op 59-jarige leeftijd.


Cholera
De erbarmelijke omstandigheden doen de 90.000 dicht op elkaar gepakte Jordanezen geen goed. Als in 1832 in Amsterdam de cholera uitbreekt, wordt de Jordaan het hardst getroffen. Er overlijden in 1832 1.200 Amsterdammers aan. In 1848 sterven er 2.273 Amsterdammers aan cholera, in 1866 nog eens 1.100. In de Wijde Gang en omgeving sterft 10% van de bewoners.

Alcoholisme en misbruik
De Jordaan heeft niet alleen te kampen met cholera en nachtelijke jeuk, maar ook met alcoholisme en misbruik. In de eenkamerwoningen slaapt men vaak met het halve gezin in 1 bed. Het komt niet zelden voor dat vader zich, dronken van de jenever, vergist in zijn vrouw. Maar de buurt is een gesloten gemeenschap, de politie is de vijand en laat zich er ook weinig zien.
Palingtrekkersoproer
Toch moet de politie in juli 1886 echt ingrijpen. Aanleiding is het spelletje ‘palingtrekken’, waarbij een levende paling aan een touw boven een gracht wordt gespannen die er vanuit een varend bootje af moet worden getrokken. Klinkt als dierenmishandeling, en dat is precies waarom het spelletje al geruime tijd verboden is. Het palingtrekken vindt die dag plaats op de dan nog ongedempte Lindengracht en de politie besluit te handhaven. De agenten knippen het touw waar de paling aan hangt door, waarna de hel losbarst.

Er vallen rake klappen, een politieagent wordt een kelder ingesleurd en ernstig mishandeld. De volgende dag belegert een met stokken en stenen bewapende menigte het politiebureau. Het leger wordt opgeroepen om in te grijpen. Er volgt een enorme veldslag, waarbij bewoners het leger vanaf de daken bekogelen met alles wat lost en vast zit. Aan het einde van de veldslag zijn er 26 doden te betreuren.
Renovatie
Na het Palingoproer volgt in 1917 het Aardappeloproer (9 doden) en in 1934 het Jordaanoproer (5 doden). Zowel de cholera-epidemie als deze drama’s zijn aanleiding voor het stadsbestuur om de Jordaan grondig op te knappen. De Wijde Gang is dan al lang verdwenen. De laatste bewoner vertrekt in 1921 en een jaar later worden alle huizen gesloopt.
Toch blijft de Jordaan nog tot halverwege de 20e eeuw een echte volksbuurt en in de jaren ’60 wordt er wederom grootscheeps gesaneerd. In 1972 wordt de buurt tot beschermd stadsgezicht verklaard. Daarmee wordt al te vergaande sloop en renovatie voorkomen. Vanaf dit moment verandert de buurt drastisch qua bewoners. Waar vroeger 90.000 arme drommels in krappe kamers huisden, wonen anno 2020 zo’n 18.000 welgestelde Amsterdammers op één van de duurste plekken van de stad.
Prachtige gerestaureerde en ingekleurde filmbeelden van de Jordaan in 1931 vlak voordat de buurt gerenoveerd wordt.