
Je zult het je waarschijnlijk niet realiseren als je er een biertje drinkt, maar onder het grote terras van de Torensluis bevindt zich de oudste gevangenis van Amsterdam. In de donkere kerkers onder de brug zaten eeuwenlang criminelen, piraten en landlopers gevangen.

De Torensluis aan het Singel is de breedste en oudste brug van de Amsterdamse grachtengordel, tegenwoordig vooral bekend door het grote beeld van Multatuli en door het terras van café van Zuylen. Van 1480 tot 1829 stond hier de 55-meter hoge Jan Roodenpoortstoren die dienst deed als openbare klokkentoren en gevangenis. De toren is verdwenen, maar de kerkers van de bijbehorende gevangenis zijn er nog steeds.

Landlopend gespuis
De Jan Roodenpoortstoren stond vanaf 1480 op de plek van de eerste stadsmuur rondom middeleeuws Amsterdam. De toren was waarschijnlijk vernoemd naar de eerste bewoner van de toren, poortwachter Jan Roode. In eerste instantie was het bouwwerk een 20-meter hoge uitkijktoren naast één van de toegangswegen tot de stad. Inclusief een gevangenis in de kelder, handig om landlopend gespuis in op te sluiten nog voordat het de stad onveilig kon maken.

Na de bouw van de grachtengordel rond 1616 verviel de functie van uitkijktoren. De vermaarde architect Hendrick de Keyser bouwde de oorspronkelijke stompe toren om tot rijk versierde 55-meter lange klokkentoren. Deze nieuwe Jan Roodenpoortstoren behield echter wel zijn oude functie van gevangenis en zou dit tot begin 1800 blijven doen. De ruimte was dus meer dan 300 jaar in gebruik als gevangenis, er moeten in totaal zeker 10.000 misdadigers van allerlei pluimage opgesloten hebben gezeten.

Ontsnapping
In de gevangenis onder de toren kwamen personen terecht waarvoor in de gevangenis onder het stadhuis op de Dam geen plek meer was. De bewaker woonde bovenin de toren en verzorgde de gevangenen. Die verzorging zal er heel anders uit zal hebben gezien dan de hedendaagse behandeling van gedetineerden. Er was plek voor vier á vijf gevangenen. Op onderstaande plattegrond is goed te zien hoe de cellen waren ingedeeld. De cellen waren extreem klein en de kans is groot dat de gevangen op exact de manier aan de muur vastgeketend zaten zoals je dat in speelfilms over de middeleeuwen ziet.

De gevangenen zaten hier in afwachting van hun berechting. Zo’n detentie kon lang duren. Waren ze eenmaal veroordeeld dan gingen ze door naar het Tucht- Spin- of Werkhuis, of in het ergste geval naar het schavot op de Dam voor een geseling of voltrekking van een doodvonnis. In 1735 ontsnapt een van de gedetineerde uit de gevangenis van de Torensluis: een jongen van elf jaar lukt het ‘door het pottegat van het gevangenis en verders door de traliën van de gang door te kruipen en met achterlating van zijn kleeren door de Singel naar de kant te zwemmen.’ Het bericht roept veel vragen op, zoals waarom zo’n jong kind daar opgesloten zat en wat hij gedaan had, maar er is vreemdgenoeg heel weinig vastgelegd over de Torensluisgevangenen.


Van atoomschuilkelder naar buurthuis
Vanaf 1815 werden er alleen nog dronken mannen en loslopende honden in de kerkers van de Torensluis opgesloten. In 1829 werd de Jan Roodenpoortstoren afgebroken, de cellen bleven echter intact en fungeerden vervolgens onder meer als jazzclub en atoomschuilkelder. Momenteeel zijn er plannen om de voormalige middeleeuwse gevangenis te veranderen in een buurthuis.
Was dit ook niet een van de favorite platsen van het verzet in de oorlog, om daar hun wapens, identiteits kaart en rantsoenkqaarten op te slaan?
Kunnen we hier naar binnen