In 1597 verschijnt aan de Oudezijds Achterburgwal het eerste Amsterdamse tuchthuis voor vrouwen, het Spinhuis. Hard nodig, want Amsterdam heeft in de Gouden Eeuw nogal een criminele-vrouwen-probleem: de helft van alle misdaden wordt gepleegd door vrouwen.
Eeuwenlang wordt er in Amsterdam vrij simpel over misdaad en straf gedacht: misdaad dient bestraft te worden, liefst zo hard en afschrikwekkend mogelijk. Midden op de Dam wordt dan ook wekelijks flink gegeseld, verminkt en geëxecuteerd. Vrijheidsstraffen worden nog nauwelijks toegepast.
Aan het einde van de 16e eeuw komt men op het idee om misdadigers niet alleen te bestraffen, maar op te sluiten en te ‘heropvoeden’. Het eerste tuchthuis voor mannen verschijnt in 1596 aan de Heiligeweg. Het wordt het Rasphuis genoemd. Het heropvoeden houdt namelijk in dat de mannen de hele dag hout moeten raspen. Dat wordt gebruikt voor de verfproductie. Het concept bevalt, en er volgt een tuchthuis voor vrouwen: het Spinhuis.

Elf duizend maagden
Voor dit doel wordt het voormalige Elf Duizend Maagden klooster aan de Oudezijds Achterburgwal geconfisqueerd. Dit klooster is gewijd aan de heilige Ursula van Keulen. Die kan bij huwelijksproblemen in het gebed worden aangeroepen. Volgens de legende leidde deze Ursula in het jaar 400 een leger van 11.000 maagden dat ten strijde trok tegen Attila de Hun. Een beetje het soort vrouw dus dat het latere Spinhuis zal bevolken. Alhoewel de kans dat er maagden in het Spinhuis hebben gezeten vrij klein is. Er zitten vooral door het leven getekende vrouwen die veroordeeld zijn wegens diefstal, prostitutie of oplichting. De meesten ook nog stevig aan de drank.

Vrouwenstad
In de tweede helft van de 17e eeuw bevat Amsterdam zo’n 200.000 inwoners. Het is een stad van vrouwen. Veel mannen zijn op zee. De achtergebleven vrouwen zijn op zichzelf aangewezen. Dit zorgt voor ondernemerschap, zelfstandigheid en inventiviteit. Maar ook voor kenmerken waar de Amsterdamse vrouw later bekend om staat, zoals assertiviteit en directheid. In het onveilige en gewelddadige Amsterdam van toen staat de Amsterdamse vrouw haar mannetje. Ook wat misdaad betreft.
Amsterdam is niet alleen een stad van vrouwen, maar ook van zeelieden. Die worden vaak uitbetaald bij het aanmeren of vlak voor het afmeren. Om deze wandelende geldbuidels cirkelt een vaste zwerm hoeren, hoerenwaardinnen, herbergiers en -al dan niet illegale- pensionhouders. Deze zakelijke transacties leiden nogal eens tot conflicten. De 17e-eeuwse Amsterdamse vrouw is niet op haar mondje gevallen, maar deinst er ook niet voor terug om verbale argumenten te ondersteunen met fysiek geweld.
Er worden jaarlijks zo’n 500 strafrechtzaken op het stadhuis behandeld. Van deze arrestanten is ongeveer de helft vrouw. Ter vergelijking: anno 2019 is dit slechts 15%. Verder komen de meeste delinquenten die voor de rechtbank verschijnen van buiten Amsterdam. Tienduizenden Duitsers en Scandinaviërs zijn naar het rijke Holland getrokken, maar er niet altijd in geslaagd een eerlijke betrekking te vinden om in levensonderhoud te voorzien. Ook deze migranten bestaan opmerkelijk vaak uit alleenstaande vrouwen. Driekwart van de opgepakte vrouwen komt van buiten Amsterdam.


Bier
In het Spinhuis is plek voor zo’n 60 vrouwen. Hier wordt geprobeerd nette meisjes van de dievegges, hoeren en oplichtsters te maken. Eén van de methodes daarvoor is de vrouwen de hele dag achter een spinnewiel te zetten. Zo kunnen ze al spinnend hun zonden overdenken. En het is handig dat de vrouwen iets van waarde produceren, want net als aan het geraspte hout uit het Rasphuis wordt er flink verdiend aan de gesponnen wol van de vrouwen uit het Spinhuis.
Het eten in het Spinhuis bestaat uit erwten, bonen en gort. Eén keer in de week een stukje vlees. Weggespoeld met veel bier. Of drankgebruik ermee te maken heeft weten we niet, maar feit is wel dat er in 1643 door nalatigheid brand uitbreekt. Het hele gebouw gaat in vlammen op. Twee jaar later verrijst er op dezelfde plek een nieuw Spinhuis.


Geselbok
Hendrick de Keyser ontwerpt de monumentale poort voor het nieuwe Spinhuis. Met daarop afgebeeld twee vrouwen die door vrouwe Justitia afgeranseld worden. Komt geheel overeen met de werkelijkheid: in het Spinhuis wordt er flink op los geslagen. In een speciale ruimte staat een zogenaamde geselbok. Ongehoorzame vrouwen worden daarop vastgebonden en krijgen er met een gesel van langs. Deze geselbok uit het Spinhuis is bewaard gebleven en is tegenwoordig te zien in de Gevangenpoort in Den Haag.

Toerisme
Zowel het Rasphuis als het Spinhuis worden geëxploiteerd als toeristische attractie ter lering en vermaak. Tegen betaling kan men een dagje tuchthuis doen en zich vergapen aan raspende of spinnende arme drommels. Dat is geen prettig gezicht. De spinhuisvrouwen stinken, hebben soms een door syfilis aangevreten gezicht en maken obscene gebaren. Tegen mannelijke bezoekers doen de vrouwen alsof het bekenden uit hun vroegere bordeel zijn. Toch zijn de tuchthuizen een bezienswaardigheid te vergelijken met het huidige Artis of Rijksmuseum: in de 17e eeuw bezoekt de helft van alle buitenlandse bezoekers aan Amsterdam één van de tuchthuizen.



Sarphatihuis
In 1779 krijgt het Spinhuis aan de Oudezijds Achterburgwal een nieuwe functie en worden alle vrouwen overgebracht naar een spiksplinternieuw tuchthuis aan de Roeterstraat, het huidige Sarphatihuis. Het Spinhuis aan de Oudezijds Achterburgwal krijgt een nieuwe functie als politiebureau. Het gebouw wordt zo ingrijpend verbouwd dat weinig meer herinnert aan het oorspronkelijke 17e-eeuwse vrouwentuchthuis.


Na het vertrek van de politie komt het gebouw in handen van de Universiteit van Amsterdam. Inmiddels bevindt zich hier het Meertens Instituut. Op de plek waar ooit schurftige vrouwen vloekend hun straf uitzaten achter een spinnewiel, brengt tegenwoordig de 21e-eeuwse kantoormens zijn werkzame leven door.