
Is tegenwoordig de scooter de meest omstreden verkeersdeelnemer, 400 jaar geleden was dit de paardenkoets. Tot de opkomst van de fiets en de automobiel, was de paardenkoets het meestgebruikte vervoermiddel in onze stad. Met alle bijbehorende ergernissen.
Het woord ‘koets’ is afgeleid van het Hongaarse dorpje Kocs. Deze slechts 2000 zielen tellende gemeenschap zet zich rond 1580 in één klap op de kaart met een uitvinding die eeuwenlang ons straatbeeld zal bepalen: de moderne paardenkoets met vering. Voorbij waren de dagen van spartaans vervoer per schokkerige boerenwagen of kar.
De kocsi
De nieuwe uitvinding wordt onwaarschijnlijk populair, de naam van het dorpje wordt een merknaam: koets is een afgeleide van Kocs, net als het Engelse woord coach. De originele koetsen uit Kocs worden ook wel kocsi’s genoemd. En heb je er één, dan hoor je er in het 16e eeuwse Amsterdam helemaal bij.

Asokoetsiers
Maar het loopt al snel uit de hand met de velen kosci’s in de Amsterdamse straten. Je moet uitkijken niet aangereden te worden door rondracende koetsen, er hangt een penetrante stank van paardenmest, de herrie van honderden op straatstenen kletterende houten wielen is oorverdovend. Daarnaast gebruiken asokoetsiers de lange Overtoom om zo hard mogelijk te scheuren. Voor het eerst in de Amsterdamse geschiedenis worden verkeerskundige maatregelen noodzakelijk. Zo wordt in 1595 besloten dat sommige straten alleen nog éénrichtingverkeer worden. Ook doet er zich een volstrekt nieuw doch 400 jaar later zeer herkenbaar probleem voor: er ontstaat gebrek aan parkeerruimte. Er wordt besloten een aantal pleinen aan te wijzen als zogenaamde wagenpleinen: onder meer op het Leidseplein en Haarlemmerplein komen speciaal ingerichte parkeerplaatsen voor koetsen.

Koetsenverbod
Na de nodige ongelukken, paardenkoetsfiles in de binnenstad en ander gerelateerde koetsenoverlast, besluit het stadsbestuur in 1643 een rijverbod in te stellen. Dit verbod houdt echter niet lang stand, en de stad past zich de volgende eeuwen morrend aan de nieuwe verkeersdeelnemer aan. Vorige maand besloot het college geen vergunningen meer uit te geven aan fietstaxi’s, tuk-tuks en paardenkoetsen, zodat zij hun diensten niet meer op- of aan de openbare weg mogen aanbieden.

Kocsi met motor
Vanaf eind 19e eeuw ondergaat de koets een verandering die een nieuwe verkeersdeelnemer aan het straatbeeld toevoegt: er wordt een verbrandingsmotor in gehangen. De oude kosci verandert in de ultramoderne automobiel. Langzaam verdwijnt de paardenkoets uit het straatbeeld, en verandert de automobiel van een koets met een motor in de auto zoals wij die nu kennen.

De kocsi van nu
Niet lang na de eerste automobiel volgt in 1914 de eerste scooter. Wat we tegenwoordig met name op straat zien is de in 1974 geïntroduceerde snorfiets. Deze gaat een stuk minder hard dan de oorspronkelijke scooter. Inmiddels is de snorfiets getransformeerd tot snorscooter, een snorfiets die eruit ziet als een scooter. De snorscooter is razend populair: er rijden er inmiddels bijna 40.000 van rond in Amsterdam, in 2008 waren dat er nog maar 11.000. Volgens velen moet de snorscooter snel aan banden worden gelegd wegens te gevaarlijk, vervuilend en veelvoorkomend asociaal rijgedrag. Kortom, de snorscooter is de kocsi van nu.